× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
Roversynode

Ondanks het feit, dat er t.a.v. het nestorianisme duidelijkheid was ontstaan op het concilie van Efese in 431 en in weerwil van de diplomatieke inspanningen achteraf om de partij van de antiochenen binnen boord te krijgen, was de kou nog niet uit de lucht. De plechtige uitspraken van Cyrillus, opgesteld op het concilie van Efese, waren immers nooit officieel van kracht geworden. Cyrillus' opvolger Dioscurus ging als een razende tegen de nestorianen te keer, maar verviel van de weeromstuit in de dwaling van het monofysitisme.

De aanhangers daarvan stelden dat men in Christus niet twee, maar slechts één 'natuur' onderkende: een samensmelting van de goddelijke en de menselijke. (Deze leer was als ketterij verworpen. De goddelijke natuur van de godmens Christus gaat niet op in de menselijke, en de menselijke niet in de goddelijke).

In Constantinopel schreef archimandriet Eutyches over de persoon van Jezus, die toch weer allerlei ruimte liet voor dubbelzinnige interpretaties. Op 22 november 448 werd er een regionale bisschoppensynode bijeengeroepen onder leiding van patriarch Flavianus van Constantinopel; daar werd Eutyches' leer inderdaad officieel veroordeeld.

Maar Eutyches had machtige contacten aan het keizerlijke hof. Bovendien bespeelde hij de openbaarheid door overal op de muren wervende teksten te laten schilderen. Daarbij beriep hij zich erop, dat hij niets anders deed, dan de leer herhalen die in het verleden op alle erkende concilies van - zoals hij opsomde - Rome, Jeruzalem, Alexandrië en Thessalonika was uitgewerkt en aangenomen. Aanvankelijk probeerde keizer Theodosius II een compromis tot stand te brengen door Flavianus ertoe te bewegen zijn harde opstelling t.a.v. Eutyches te herroepen. Toen dat niet lukte, besloot de keizer op 30 maart 449 in Efese een synode van bisschoppen bijeen te roepen vanuit zijn gehele rijk. Flavianus zond onmiddellijk een ongeruste boodschap naar paus Leo in Rome. Deze probeerde de keizer van zijn voornemen af te brengen, omdat er niets goeds van zo'n synode te verwachten viel. Tevergeefs. Wat paus Leo vreesde gebeurde inderdaad. Hij zond drie gezanten naar Efese met een persoonlijk schrijven van zijn hand, waarin hij zijn standpunt duidelijk uiteenzette. Een van hen stierf onderweg. Op 8 augustus 449 had de eerste zitting plaats: er waren 140 bisschoppen verzameld, plus een aantal afgevaardigden van de woestijnmonniken uit Syrië; daarnaast was Dioscurus vergezeld van zijn zogeheten 'parabolanen', een goed georganiseerde bende ziekendragers, die ook wel bereid waren zich voor andere doeleinden te laten gebruiken... Dioscurus vond het niet nodig de brief van de paus uit Rome te laten voorlezen. Hij ging onmiddellijk over tot de behandeling van de Eutyches-kwestie. Honderd-dertien bisschoppen stemden vóór, toen gevraagd werd om Eutyches in ere te herstellen. Flavianus en enkele medestanders werden veroordeeld en verbannen. In het tumult ging het protest van de gezanten uit Rome volkomen verloren, terwijl intussen militie, stevige monniken en Dioscurus' professionele ziekendragers de orde kwamen herstellen door de luid protesterende minderheid gewoon af te voeren. Zo werd het moeizame akkoord van 433 zestien jaar later weer geheel ongedaan gemaakt. Men moest nog twee jaar wachten, vooraleer op het oecumenische concilie van Chalcedon (451) orde op zaken zou worden gesteld.


Bronnen
[LThK]

© A. van den Akker s.j.