×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Zij wordt afgebeeld als goddelijke merrie, vergezeld van één of meer veulens. Zij staat in verbinding met de andere wereld door de drie magische vogels die altijd om haar heen zijn. Deze vogels kunnen zo mooi zingen dat de helden die Bran's hoofd moeten vervoeren zeven jaar lang vergeten dat zij eigenlijk een belangrijke opdracht moeten uitvoeren en blijven luisteren.
Zodra Pwyll haar aan zijn paleis voorbij ziet gaan, is meteen tot over zijn oren verliefd op haar.
Pwyll woonde in zijn paleis te Arberth (= Narberth in het graafschap Dyfed, Wales) dat op de koningsheuvel Gorsedd stond. Deze plek werd beschouwd als de toegang tot de andere wereld. Elk koningskind dat zich daar vestigde, mocht ofwel klappen en opdonders verwachten, ofwel een groot wonder. Dan komt Rhiannon voorbij op haar witte paard en gekleed in schitterend goudbrocaat.
Pwyll beseft dat hem het wonder ten deel valt en wil weten hoe deze koninklijke vrouwe heet.
Hij stuurt een boodschapper achter haar aan. Maar hoe getraind die ook is in hardlopen, de afstand tussen hem en de vrouwe wordt steeds groter. Ook de bode op het snelste paard blijkt geen enkele kans te hebben, hoewel hij haar twee achtereenvolgende dagen probeert in te halen. De derde dag bestijgt Pwyll zelf zijn paard, maar ook hij moet tenslotte toegeven dat zij hem te snel af is. Uiteindelijk houdt hij doodop de teugels in en roept haar toe toch even te willen blijven staan, omdat hij van haar houdt.
Dan houdt zij met een glimlach de teugels in en keert zich naar hem toe met de woorden:
'Had dat dan gezegd, dan was ik al veel eerder blijven staan. Want ik ben juist op zoek naar een bruidegom. U moet weten dat mijn vader Heveydd voor mij een jongeman heeft uitgekozen waar ik helemaal niets in zie. Dus als u zou willen...'
Pwyll blijkt maar al te graag met haar te willen trouwen. Na een jaar vindt het huwelijk plaats op het paleis van haar vader. Doch tijdens het feestelijke bruiloftsmaal begaat hij een grote fout. Hij laat zich namelijk tot Rhiannon's ontzetting verleiden aan een man die onbekend wenst te blijven, toe te staan slechts één wens te doen.
Die man blijkt Gwawl te zijn, Rhiannon's ex-verloofde. Zijn wens luidt dan ook dat hij op ditzelfde moment Pwyll's plaats mag overnemen. De eer gebiedt Pwyll deze verschrikkelijke wens in te willigen.
Op het laatste moment weet Rhiannon hem echter een buidel in de handen te drukken met een toelichting hoe hij haar terug kan veroveren. Als volgend jaar de bruiloft tussen haar en Gwawl gevierd zal worden, moet hij tijdens het feest bij het paleis aankloppen gehuld in bedelaarskleren met de meest afstotelijke, tot op de draad versleten schoenen die maar denkbaar zijn. Hij moet dan naar Gwawl toe gaan met het verzoek dat hij de buidel wil vullen met voedsel van zijn tafel.
Op dat moment zal blijken dat het voedsel van alle zeven graafschappen van Wales nog niet voldoende zijn om die zak te vullen. In zijn ongeduldige woede zal Gwawl tenslotte in die zak gaan staan om het eten aan te stampen. Dan zal hij vlug de sluiting moeten aanhalen en boven Gwawls' hoofd dichtknopen. Dan moeten Pwyll's mannen binnenkomen om op de zak in te slaan.
Alles verloopt precies zoals Rhiannon het had uitgedacht. Tenslotte belooft Pwyll Gwawl weer vrij te laten op voorwaarde dat de laatste zich zijn verdere leven zal bezighouden met het uitdelen van goede gaven en dat hij nooit zal proberen zich te wreken. Als Gwawl dat beloofd heeft, wordt hij inderdaad vrijgelaten en hinkt kermend weg.
Dan staat niets meer een huwelijk tussen Pwyll en Rhiannon in de weg. Eenmaal gehuwd bindt Rhiannon haar echtgenoot Pwyll op het hart nooit meer aan iemand een gave te weigeren die daarom vraagt.
Twee jaar gaan voorbij, maar nog altijd is er geen koningskind geboren.
De edelen van Dyfed beginnen op Pwyll in te praten dat hij beter naar een andere vrouw kan omzien.
Maar hij zegt dat hij nog een jaar wil afwachten. Inderdaad brengt Rhiannon tegen het einde van het derde jaar een zoon ter wereld.
Maar door een ernstige nalatigheid van de bakers verdwijnt het kind nog in de nacht van zijn geboorte. Uit angst dat zij dit met hun leven moeten bekopen smeren zij de moeder in met hondenbloed en beweren dat zij zelf haar eigen kind heeft omgebracht in een vlaag van post-natale waanzin.
Wederom denkt Pwyll er niet aan van haar te scheiden. Wel gaat hij akkoord met de straf die over haar wordt uitgesproken: zij moet aan de ingang van de toegangspoort plaatsnemen waar de gasten van hun paard afstijgen; dan moet zij aan ieder die aankomt haar verhaal vertellen en aanbieden hem op haar rug de paleiszaal binnen te dragen.
Na een paar jaar wordt haar kind door Teyron terugbezorgd.
Op dat moment is zij bevrijd van haar grote zorg. Vandaar dat haar kind die naam draagt: Pryderi (= 'zorg').
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen