×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
In de Mesopotamische mythologie is Anoe de hemelgod, ook genoemd 'koning der koningen' en 'oorsprong van alle orde'.
Adapa uit de stad Eridoe was de zoon van de god Ea. Ea had hem lichaamskracht en grote wijsheid gegeven, maar niet het eeuwige leven. Adapa bakte het brood voor de stad Eridoe en voor de tempel van Ea. Hij voorzag de stad van water en de tempel van wijn. Hij viste en jaagde.
Op de dag van de nieuwe maan stapte hij in zijn zeilboot. De oostenwind bracht hem buiten de haven en hij stuurde de boot naar het open meer. Het water was zo glad als een spiegel. Maar even later, geheel onverwachts, deed de god van de Zuidenwind een hevige storm ontstaan. Er kwamen hoge golven en Adapa's bootje werd omvergeworpen. Adapa was woedend op de Zuidenwind, die de golven had veroorzaakt, en sloeg met zijn vuist naar de wind. De vleugels van de Zuidenwind werden gebroken en onmiddellijk kwamen de golven tot bedaren. Op de wrakstukken van zijn boot bereikte Adapa het land. De Zuidenwind blies voorlopig niet meer.
Na een week vroeg Anoe, de heerser van de hemel, waarom de Zuidenwind niet meer blies. Toen hij hoorde dat Adapa hem de vleugels had gebroken, werd hij boos en beval dat Adapa, de zoon van Ea, voor de hemeltroon gebracht zou worden. Ea, die alles opmerkte wat er in de hemel gebeurde, riep Adapa bij zich en raadde hem aan:
"Als je naar Anoe wordt gebracht, ga dan met verwarde haren en in rouwgewaad. Voor de poort van de hemel staan twee goden als wachters. Praat ze zoveel mogelijk naar de mond, misschien doen ze voor jou dan een goed woordje bij Anoe. Als Anoe je brood geeft, eet het niet: het is het brood van de dood. Wanneer hij je water geeft, drink het niet: het is het water van de dood. Onthoud deze woorden goed."
Een bode van Anoe voerde Adapa weg naar de hemel en bracht hem voor de troon van Anoe.
"Waarom brak jij de vleugels van de Zuidenwind?"
vroeg Anoe streng. En Adapa zei:
"Ik ving midden op het meer vis voor de tafel van Ea en voor zijn tempel in Eridoe. Het meer leek op een spiegel, zo glad. Maar plotseling raasde de Zuidenwind over het meer en er kwamen bergenhoge golven. De wind sloeg de boot om en wierp mij in het rijk van de vissen. In mijn woede sloeg ik naar de wind en brak zijn vleugels."
Dit antwoord stelde Anoe gerust. Blijkbaar was het niet de bedoeling geweest van Adapa tegen de goden in opstand te komen, maar was het alleen maar een woede-uitbarsting geweest. Daarom zei Anoe:
"Haal voor hem het brood en het water des levens, zet het hem voor, zodat hij onsterfelijk wordt."
Een bode snelde weg en deed wat Anoe verlangde. De hemelgod reikte Adapa het brood, maar Adapa herinnerde zich de woorden van zijn vader Ea en at niet. Anoe gaf hem het water, maar Adapa dronk niet. Anoe keek Adapa aan en vroeg:
"Zeg eens, waarom eet je niet en drink je niet?"
En Adapa zei:
"Mijn vader raadde mij aan niets van het brood en het water te nemen, omdat het brood en water van de dood zou zijn." Bulderend van de lach riep Anoe:
"Wie van alle goden heeft ooit zo'n dwaze raad gegeven? Breng Adapa naar de aarde terug. Nu zullen er ziekten over hem en de mensen komen, zodat zij na een kort leven sterven."
Treurig keerde Adapa naar de aarde terug.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen