RADBOUD
Download
hier een .pdf bestand
met de betekenis en een korte beschrijving van de heilige(n) op een A4-tje.
Betekenis
Samengestelde Germaanse naam:
1 'Rad-' = '(goede) raad'
2 twee mogelijkheden:
2.1 '-boud' = 'stoutmoedig', 'dapper' (vgl. ons woord 'boud' van een bewering)
Dus: 'stoutmoedig door goede raad', 'stoutmoedig in goede raad' enz.
2.2 '-bod' = 'bieden', 'gebieden', 'heersen'
Dus 'heerser op basis van goede raad' of 'goede raad voor gebieders' enz.
Heiligen
Radboud van Utrecht
Feest 25 juni (bisdom Utrecht) 8 (met de andere heilige bisschoppen van Utrecht) & 29 november
Nog een Radboud
Radboud, koning der Friezen († 719).
Hij vocht tegen Karel Martel, Frankisch hofmeier, en verzette zich tegen de prediking van het christendom door
Sint Willibrord. Toch stond hij in het jaar van zijn dood op het punt het doopsel van de nieuwe godsdienst te ontvangen.
Bisschop Wulfram zou het hem toedienen in het kerkje van Hoogwoud. Die dag vertrok Radboud vanuit zijn kasteel in Medemblik naar de kerk. Alles was in gereedheid gebracht voor het grote moment. Met één voet in het doopbekken wendde Radboud zich tot de bisschop met de vraag:
"En mijn Friese voorvaderen, die mij voor zijn gegaan in de dood: waar zijn zij? In het Rijk de Hemelen, dat u mij belooft, wanneer ik mij laat dopen? Of in de eeuwige verdoemenis van de hel?"
"Geen van uw voorvaderen heeft het doopsel ontvangen. Zij bevinden zich dus in het oord van de verdoemenis. Maar u, twijfel niet, dat voor u het eeuwig geluk met Christus is weggelegd, wanneer u zich nu laat dopen."
Daarop trok Radboud zijn voet weer terug uit het doopbekken, en in zijn volle lengte ging hij voor de bisschop staan: "Hoe zou ik ooit ontrouw kunnen worden aan mijn voorvaderen? Ik in de hemel en zij niet? Dan houd ik hen toch liever gezelschap in het oord waar zij nu zijn. Ik zal dus de nieuwe godsdienst niet aannemen, maar blijven bij de oude van mijn Friese voorvaderen."
© A. van den Akker s.j.