Download hier  een .pdf bestand met de betekenis en een korte beschrijving van de heilige(n) op een A4-tje.

Betekenis

Engelse koos- of vleinaam: 'kabouter', 'rakker', 'kleine ondeugd', 'boefje' (deze laatste drie niet in de letterlijke, maar in de overdrachtelijke zin van het woord) enz.

1 Oorspronkelijk was het de benaming van een - meestal boosaardig - kabouterachtig wezen. Zo treffen we nog Pucks aan in Shakespeare's toneelstuk 'A Midsummer Night's Dream'.

2 Puck is ook de benaming voor de Chinese mopshond, behorend tot de dogachtigen. Vroeger werden pucks bij uitstek tot dameshonden gerekend. Hij ziet er gedrongen uit, forse poten van middelmatige lengte, kortharig, zware, ronde kop met platte, wat rimpelige neus, grote ronde, bolle ogen en afhangende oortjes.
Waarschijnlijk omdat het smoeltje van de puck gelijkenis vertoonde met het gezicht van een trol, heeft hij de naam 'puck' gekregen. Van daaruit is de betekenis waarschijnlijk overgegaan op de omgang met kinderen. Plagerig goedmoedig konden ouders hun kinderen vergelijken met 'pucks'.

Varianten
Ukkepuk

Bijzonderheden

Ook als eigennaam in gebruik zowel voor jongens als meisjes.

In de jaren veertig en vijftig van de 20e eeuw waren de kinderboekjes over Puk en Muk bijzonder geliefd: ze gingen over twee kaboutertjes die allerlei avonturen beleefden.

De Engelse familienaam Pugh heeft een heel andere herkomst: afgeleid van 'ap Hugh' = 'zoon van Hugo'.

Honden in voornamen
In verschillende culturen komen wij honden in voornamen tegen. Teken dat ze in hoog aanzien stonden. Zo bv. Kaleb in het Hebreeuws, Canion en Cato in het Latijn.
Dominicus stichtte de orde der dominicanen, in het Latijn dominicanes. Wanneer men dat woord ontleedt als Domini Canes staat er Honden van de Heer. Aanvankelijk tegen hen gebruikt als scheldwoord, werd het tenslotte door de dominicanen van lieverlee zelf gebruikt als eretitel.