× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1e eeuw  Gamaliël van Jeruzalem

Info afb.

Gamaliël van Jeruzalem, Palestina; een van de eerste leerlingen van Jezus(?); † 1e eeuw.

Feest 3 augustus.

Joodse geleerde die zitting had in de Hoge Raad (Sanhedrin). Zijn naam valt twee keer in het Nieuw-Testamentische boek van de Handelingen van de Apostelen (05,34-39): ‘Nu was er in het Sanhedrin een farizeeër Gamaliël, een wetgeleerde, die bij het gehele volk in aanzien stond. Deze liet de mannen een ogenblik naar buiten brengen. Daarop zei hij: “Mannen van Israël, bedenk wel wat u met deze mannen gaat doen. Vóór onze tijd immers trad Teudas op, die beweerde dat hij iemand van betekenis was, en bij wie zich een groep aansloot van ongeveer veertienhonderd man. Hij werd gedood en allen die op hem vertrouwden werden uiteen gejaagd. Na hem, in de dagen van de volkstelling, trad Judas de Galileeër op en sleepte veel volk mee. Ook hij ging ten gronde en allen die op hem vertrouwden werden verstrooid. Wat ons geval betreft zeg ik: Bemoeit u niet met deze mensen, maar laat ze hun gang gaan. Gaat deze opzet of dit werk van mensen uit, dan zal het op niets uitlopen. Gaat het echter van God uit, dan zult het niet uiteen kunnen slaan, anders zou misschien blijken dat u zich tegen God verzet.’

Veel later zal de grote apostel Paulus († ca 67; feest 29 juni) zich er beroemen nog als leerling aan de voeten van Gamaliël gezeten te hebben (Handelingen 22, 3). Op basis van deze twee uitdrukkelijke vermeldingen heeft in de kringen van de christenen het idee post gevat dat Gamaliël heimelijk een volgeling van Jezus is geweest.

Zo kunnen we tenslotte lezen in de Legenda Aurea van Jacobus de Voragine († 1298; feest 13 juli). Hij sluit het verhaal over Stefanus' dood als volgt af: "Sint Gamaliël en Nicodemus die nog altijd voor de christenen in de Hoge Raad zitting hadden, kwamen zijn lijk halen en begroeven het op Gamalië's akker. En ze hieven een intense rouwklacht over hem aan. In de tijd daarna had er een grote christenvervolging plaats in Jeruzalem. Nu Stefanus, één van hun kopstukken dood was, raakten ze danig in de war. Met uitzondering van de apostelen, die moediger waren dan de anderen, verspreidden zij zich over het gehele Joodse land: precies dat had de Heer hun opgedragen, toen Hij zei: 'Wanneer ze u in de stad vervolgen, vlucht dan naar een andere.'"

Legende: hoe Stefanus' relieken werden teruggevonden

Op 3 augustus verhaalt Jacobus de Voragine in zijn Legenda Aurea hoe Stefanus' stoffelijk overschot werd teruggevonden.

"Het lichaam van Sint Stefanus, de eerste martelaar, werd naar men zegt in het jaar onzes Heren 417 teruggevonden; dat was in het zevende jaar van keizer Honorius.

De terugvinding vond plaats op de volgende wijze. In de omgeving van  Jeruzalem woonde een priester Lucianus. Gennadius rekent hem tot de beroemde mannen; hij is het dan ook die het hierna volgende verhaal heeft opgetekend. Het was vrijdag en Lucianus lag in zijn bed te slapen, maar hij was tegen wakker worden aan. Op dat moment verscheen hem een grijsaard, rijzig van gestalte en met een mooi gelaat en een lange baard; hij droeg een wit kleed, waarop gouden stenen en kruisen geweven waren; hij droeg ook laarzen die van boven een gouden rand hadden. Hij raakte hem aan met de gouden roede in zijn hand en sprak tot hem: 'Ga ijverig aan het werk om onze graven te zoeken, en maak ze open, want de plaats waar wij nu begarven liggen, is ons niet waardig. Ga daarom naar Johannes, de bisschop van Jeruzalem: hij moet ons op een eervolle plaats herbegraven. Want zie, er is droggte en ellende over de wereld gekomen, maar God wil door onze tussenkomst de wereld weer laten delen in zijn genade.' Maar Lucianus, de priester, sprak: 'Heer, wie bent u?' De grijsaard antwoordde: 'Ik ben Gamaliël - de apostel Paulus heeft nog aan mijn voeten gezeten om de Wet te leren. Naast mij ligt Sint Stefanus begraven, dezelfde die door de Joden werd gestenigd en buiten de stad werd geworpen, zodat de vogels en de wilde beesten hem konden opvreten. Maar dat verhoedde degene aan wie de martelaar trouw had gezworen. Ik zelf ben gekomen om hem met de grootste zorg in mijn eigen nieuwe graf te leggen.'  De andere die weer naast mij ligt, is mijn neef Nicodemus. Hij is het die in de nacht naar Jezus toekwam en later van Petrus en Johannes het heilig doopsel ontving. Daar waren de hogepriesters zeer ontstemd over. En ze zouden hem zeker hebben gedood, als hun ontzag voor ons niet zo groot was geweest. Wel echter namen ze al zijn bezittingen in beslag en verwijderden hem uit zijn hoge positie; ze sloegen hem waar ze hem maar raken konden en lieten hem uiteindelijk meer dood dan levend liggen waar hij lag. Ik heb hem toen opgenomen in mijn huis. Daar heeft hij nog een paar dagen geleefd. Toen hij was gestorven heb ik hem begraven aan de voeten van Sint Stefanus. Er is nog een derde bij mij ligt; dat is mijn zoon Abibas. Tegelijk met mij ontving op 20-jarige leeftijd het doopsel; zo lang hij leefde bewaarde hij zijn kuisheid. Tegelijk met mijn leerling Paulus leerde hij de Wet kennen. Mijn vrouw Aethea en mijn zoon Selemias hebben het christengeloof niet willen aannemen. Zij waren dan ook niet waardig bij ons begraven te worden. Je zult hun graf op een andere plek aantreffen. Maar je zult zien: ze zijn woest en ledig.'

Na deze wooorden verdween Gamaliël. Toen Lucianus wakker was, vroeg hij aan God: 'Als dit visioen geen bedrog is, laat het zich dan nog een tweede en zelfs een derde keer voordoen.'

De vrijdag daarop verscheen hem Sint Gamaliël opnieuw: net als de vorige keer. Hij vroeg hem waarom hij zijn woorden als waardeloos had afgedaan. 'Heer, ik heb uw woorden niet als waardeloos afgedaan, antwoordde hem Lucianus, maar ik heb de Heer gevraagd: als het visoen van U afkomstig is, laat het zich dan drie maal aan mij vertonen.' Waarop gamaliël zei: 'Je hebt natuurlijk lopen piekeren, waaraan je ieders gebeente van ons zou kunnen herkennen, wanneer je ze zou vinden. Welnu, ik zal je door middel van een gelijkenis van ieder apart de doodskist aanwijzen.' Daarop toonde hij hem drie gouden korven en een vierde die van zilver was. Er was er één gevuld met rode rozen, twee met witte rozen en die van zilver was gevuld met safraan. En Gamaliël sprak: 'Die korven stellen ons doodskisten voor en de bloemen ons gebeente. De korf met de rode rozen is de doodskist van Sint Stefanus; hij is de enige van ons die met het martelaarschap is gekroond. De twee met witte rozen stellen Nicodemus' en mijn doodskist voor, want wij hebben consequent en standvastig met een zuiver hart de Heer beleden. De zilveren met safraan stelt de doodskist voor van mijn zoon Abibas, want hij ging getooid met maagdelijke kuisheid en in alle reinheid nam hij afscheid van deze wereld.' Na deze woorden verdween hij weer. Maar de vrijdag daarop verscheen hij hem weer, en nu was hij behoorlijk kwaad en verweet hem gewoon lui te zijn, daar hij zijn gebod nog altijd niet was nagekomen. Toen maakte Lucianus zich onmiddellijk gereed om naar Jeruzalem te gaan. Daar ging hij direct naar bisschop Johannes en vertelde hem alles wat hem bekend was gemaakt. Vervolgens haalden ze er nog een heel stel andere bisschoppen bij en zo kwamen ze aan de plaats die aan Lucianus was aangewezen. Daar begonnen ze te graven. En zie, de aarde beefde en een zoetige geur verspreidde zich overal. Alleen door de krachtige werking van deze geur genazen zeventig mensen van allerhand gebreken, krachtens de verdiensten van de heiligen. Nu werden hun lichamen onder grote vreugde naar de kerk van Jeruzalem overgebracht, daar waar Stefanus eens het ambt van diaken had bekleed. Daar werden ze met veel eerbetoon bijgezet. Precies op dat uur daalde er een geweldige regenbui uit de hemel neer.

Over dat visioen en die terugvinding spreekt ook Beda in zijn kroniek."

Verering & Cultuur

Gamaliëls feestdag is dus geplaatst op de dag waarop men de terugvinding van Stefanus’ relieken herdenkt.


Bronnen
[Lin.1999; Dries van den Akker s.j/2008.10.17]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen