× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1394  Dorothea van Montau

Info afb.

Dorothea van Montau (ook van Marienwerder, van Pruisen, de Prussia, Schwartz of Swartz), Marienwerder, Pruisen; weduwe, kluizenares & mystica; † 1394.

Feest 25 (& 26) juni (& 30 oktober).

Geschiedenis

Dorothea werd geboren te Gross-Montau aan de Weichsel in West-Pruisen op 6 februari van het jaar 1347; zij is dus genoemd naar de patrones van haar geboortedag. Het schijnt dat zij één van negen kinderen was. Haar ouders waren welgestelde boeren. Op haar zestiende trad zij in het huwelijk met een zekere Adalbert en ging met hem wonen in de Oost-Pruisische stad Dantzig. Haar man was zwaardveger van beroep. Alszodanig was hij in dienst van de teutoonse ridders die de Pruisen onderworpen en gekerstend hadden. Ook zij kregen negen kinderen, van wie er tenslotte maar één in leven bleef, een meisje. Dat zou later intreden bij de benedictinessen; ze leefde nog toen haar moeder in 1404 tot de eer der altaar werd verheven en dus officieel als heilige werd erkend door de plaatselijke bisschop.

De bronnen zijn het niet helemaal eens over het echtelijke leven. Er zijn er die zeggen dat het echtpaar een voorbeeldig leven geleid heeft. Anderen zeggen dat het huwelijk juist stroef verliep. Haar man zou opvliegend en kortzichtig van aard geweest zijn. Zijn handen zaten nogal los. Desondanks - of misschien wel juist daardoor? - ondernamen zij samen meerdere pelgrimsreizen, o.a. naar Aken en Einsiedeln. Tot het moment dat haar man er te oud voor werd: ze scheelden twintig jaar. Zo kwam het dat Dorothea in het jaar 1389 zonder haar man als pelgrim naar Rome trok om aanwezig te kunnen zijn bij het jubeljaar in 1390. Onderweg bedelde deze vrouw van voorname komaf haar brood bij elkaar. Ze had nauwelijks oog voor de schoonheid van het landschap, omdat ze in God verzonken was. In Rome werd ze behoorlijk ziek en moest een aantal weken verpleegd worden in het gasthuis van Maria Auxiliatrix. Toen ze na lange tijd weer thuiskwam kreeg ze te horen dat haar echtgenoot al sinds enkele maanden was overleden.

Nu kon ze alsnog toekomen aan haar diepste verlangen: zich terugtrekken in de eenzaamheid om zich helemaal aan een leven met God te wijden. Het was eigenlijk altijd al haar liefste wens geweest om in een klooster te treden. Ze was destijds dan ook alleen maar getrouwd om haar ouders niet teleur te stellen. Zou daar toch ook niet een oorzaak gelegen hebben van het soms zo moeizaam verlopen huwelijk, ook al zal zij loyaal geprobeerd hebben haar huwelijksbelofte trouw na te komen?

Nu trad ze toe tot de kloostergemeenschap van Marienwerder, waar zij sinds 1391 geestelijke leiding ontving van Johannes van Marienwerder. Na een zware proeftijd van twee jaar liet zij zich op 2 mei 1393 als kluizenares inmetselen in een cel die tegen de muur van de kerk was aangebouwd. Deze ruimte was twee meter in het vierkant en drie meter hoog; er zaten drie venstertjes in. Het eerste keek uit op de hemel, het tweede op het altaar in de kerk vanwaar zij de communie ontving en het derde op het kerkhof. Door dat laatste raam schoven gelovigen haar voedsel toe.

Daar kwamen ook vele mensen, van hoog tot laag, haar raad inwinnen. Het was ook in die besloten ruimte dat zij zich met hart en ziel toelegde op het enige waarvoor zij nog leefde: het gebed. Hartstochtelijk zocht zij niets anders dan de vereniging met God. Daarbij ontving ze bijzondere mystieke genaden. Het opvallendste was wel dat zij de stigmata droeg. Zozeer wist zij zich één met haar geliefde Heer. Omdat zulk een leven haar lichaam uitputte en haar krachten sloopte, stierf ze al ruim een jaar later: 25 juni 1394. Haar leidsman schreef later op wat zij hem had verteld over alles wat zij in haar gebed doormaakte.

Verering & Cultuur

Zij is patrones van Pruisen en van de Duitse Orde.

Zij wordt afgebeeld als moeder met negen kinderen, met vijf pijlen (als symbool van de stigmata), met het boek waarin haar gebedservaringen en openbaringen staan opgetekend, met een lantaarn en/of met een rozenkrans.

Haar verering werd pas in 1976 officieel kerkelijk goedgekeurd.


Bronnen
[Bri.1953; EnE.1951; EnF.1984; Kib.1990; S&S.1989; Tor.1987; Wmm.1966; Dries van den Akker s.j./2005.08.29]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen