×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Ruan (ook Drenan, Renan, René, Reunan, Ronan, Ronanus, Rouen, Ruadhan of Rumon) van Bretagne; † 5e eeuw.
Feest 1 juni.
Hij was van Ierse afkomst; sommigen menen dat hij nog door Saint Patrick tot bisschop is gewijd. Zo kwam hij naar Cornwall. Misschien was het wel om de drukte van het bisschopsambt te ontlopen, dat hij tenslotte naar Bretagne overstak. Daar trok hij zich terug in de eenzaamheid van het kluizenaarsbestaan om geheel en al voor God alleen te leven. Het schijnt dat hij eerst verbleef op de plek waar nu het plaatsje Lokournan-Vian (= 'Klein Saint-Renan') ligt. Daarna vestigde hij zich waar thans het stadje Saint-Renan te vinden is, één van de vroegere hertogelijke en koninklijke steden van Léon. Tenslotte ontvluchtte hij het gezelschap van mensen en trok zich terug in de bossen van Névet in Cornouailles.
Chapelle St-Renan (Plozévet)
Op het grondgebied van Plozévet (‘Plou Démet’ = St-Demetparochie : tussen Plozévet en Landudec) ligt in een verlaten landschap een kleine St-Ronankapel. De plaatselijke overlevering weet te vertellen dat Sint Ronan zich daar uiteindelijk vestigde. Hij was moe van de toeloop van de mensen met hun verzoeken om genezing en gebed. Daarom wierp hij een flinke steen voor zich uit en zwoer dat hij zich zou vestigen op de plek waar die steen terecht zou komen. De steen stuiterde drie keer op de harde grond en kwam uiteindelijk neer op de plek waar thans het kapelletje staat.
In diezelfde tijd speelt de volgende legende.
Legende
"Toen Ronan ginds in de bossen leefde, kwam er een heidense vrouw naar hem toe, die Kéban heette. Haar man had zich aangesloten bij de leerlingen van de heilige. Zij probeerde hem bij de mensen onmogelijk te maken door met klem te beweren dat hij zich 's nachts in een wolf veranderde die kindertjes verslond. Maar niemand schonk geloof aan wat zij zei. Toen begaf zij zich naar koning Gradlon en klaagde hem daar aan door te beweren dat Ronan haar dochtertje had opgevreten. Gradlon was op de hoogte van de goede naam die Ronan bezat, maar toch werd hij aan het twijfelen gebracht door de heftige verontwaardiging van die vrouw. Hij liet dus Ronan bij zich komen en zei: "Ik heb hier twee ongelooflijk sterke bloedhonden; die verscheuren alles wat hun voor de bek komt: dieren en mensen. Die ga ik op je loslaten. Als je het er levend vanaf weet te brengen, staat je onschuld vast. Als ze je verslinden, ben je schuldig." Toen de heilige kluizenaar de bloedhonden op zich af zag komen, hief hij eenvoudig de hand op en maakte een kruisteken waarbij hij zei: "Wees gehoorzaam aan de Heer." De twee ondieren werden zo mak als een lammetje en kwamen hem zelfs de voeten likken.
Na de dood van Ronan werd zijn lijk op een kar geplaatst die getrokken werd door twee wilde buffels; drie bisschoppen kwamen er achteraan. Toen deze lijkstoet bij Kéban voorbijkwam, sloeg zij buiten zichzelf van razernij met een knuppel op de hoorns van één der buffels. En op het moment zelf dat zij haar mond opensperde om haar haat uit te kotsen, opende zich de aarde tot een gapend gat met rook en vuur. Tot op de dag van vandaag wijst men die plek aan als Bez-Kéban (= het graf van Kéban)."
Chapelle St-Renan (Plozévet : vervolg)
Hij zou daar ook gestorven zijn. Men wijst nog altijd naast de kapel een sarcofaag aan, waarin hij oorspronkelijk zou zijn begraven. Maar zijn relieken bewerkten zoveel wonderen bij de pelgrims dat de omwonenden van zijn vroegere verblijfplaats jaloers werden. Ze kwamen hem weghalen en begroeven hem op de plek van het huidige St-Ronan.
Verering & Cultuur
Op de plaats waar Ruan ligt begraven, verheft zich de kerk van Locronan, waar men nog altijd zijn graf kan bewonderen.
Patronaten
Hij is patroon van de Bretonse plaatsen Locronan en Saint-Renan in Finistère; ook van Laurenan en Saint-René in Côtes-du-Nord. Er zijn kapelletjes aan hem gewijd in Plozevet (Finistère), Evran (intussen afgebroken), Henon, Languedias (verdwenen) en Hillion (de parochiekerk van St.-René), alle gelegen in Côtes-du-Nord; daarbuiten nog in Plouray (Morbihan). Ook de kerk op het eiland Molène is aan hem toegewijd.
In Cornwall, Wales, zijn meerdere kerken die aan een Ruan, Rumon of Ronan zijn toegewijd; het is niet zeker of het in alle gevallen over hem gaat. In Bretagne houdt men te zijner ere elk jaar een boetprocessie ('pardon') op zondag na Maria Hemelvaart, 15 augustus. Men roept zijn voorspraak in voor de genezing van rheumatische aandoeningen.
(= Ruadhan van Tavistock?)
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen