×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Bénézet (ook Bennet, Bénédet, Benedictus of Benezettus) van Avignon, Frankrijk; bruggenbouwer; † 1184.
Feest 14 & 28 april.
Hij was van eenvoudige komaf, en zou geboren zijn in het jaar 1165. Op jonge leeftijd verloor hij zijn vader. Hij hielp zijn moeder door als herdersjongen de schapen te hoeden.
Op 13 september van het jaar 1177 - Bénézet is dus amper twaalf jaar oud - vindt er een zonsverduistering plaats. Vanuit het donker - aldus de legende - spreekt een hemelse stem hem aan tot drie keer toe: ‘Bénézet, mijn zoon, luister naar de stem van Jezus Christus.’ ‘Wie bent u? Ik hoor u wel, maar zie u niet.’ ‘Vrees niet, mijn jongen; ik ben degene die hemel en aarde gemaakt heeft.’ ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ ‘Ik wil dat je je kudde in de steek laat en dat je een brug over de rivier de Rhône gaat bouwen.’ ‘Maar Heer, ik kan toch de kudde van mijn moeder niet in de steek laten? En trouwens, ik heb geen idee waar de Rhône is.’ ‘Doe wat ik je zeg. Vat moed. Ik zal de kudde in veiligheid brengen en ik zal zorgen dat je een betrouwbare reisgezel krijgt.’ ‘Maar Heer, ik heb maar drie muntjes. Hoe kan ik daar een brug mee bouwen?’ ‘Heb vertrouwen, mijn zoon. Ga nu.’
Nauwelijks op weg komt hij een pelgrim tegen die zich over hem ontfermt. Deze brengt hem naar de Rhône, aan de overkant van Avignon. De rivier is daar enorm breed. Angstig roept de jongen uit: ‘Hoe kan ik hier nou een brug overheen bouwen!’ ‘Maar zijn reisgezel - het moet een engel geweest zijn, antwoordt: ‘Voor God is niets onmogelijk.’ Daarop verdwijnt de geheimzinnige persoon.
Hoe komt Bënëzet aan de overkant. Er ligt een veerboot, bemand door een jood. ‘Ter liefde Gods en omwille van zijn Heilige Moeder, zet mij alstublieft over.’ ‘Voor drie goudstukken.’ Tevergeefs probeert de jongen af te dingen. Hij geeft de man zijn drie muntjes. Daarop zet de veerman hem over. De jongen weet niets beters te doen dan naar de kathedraal te gaan. De bisschop, Pontius heet hij, houdt juist een mooie overweging over het evangelie van de dag. (De naam van de bisschop is vast een grapje van de legende verteller: hij betekent namelijk ‘van de brug’). Dwars daar door Pontius’ woorden heen schreeuwt Bénézet: ‘Luistert allen naar mij. Jezus Christus heeft mij naar hier gezonden om een brug over de rivier te bouwen.’ De bisschop is zeer ontstemd over het brutale gedrag van de jongen. Hij laat hem arresteren en vertrouwt hem toe aan de schout van de stad. Deze voegt hem smalend toe: ‘Wat verbeeld jij je wel. Niemand, ja zelfs Karel de Grote niet waagde zich aan de bouw van een brug. Maar als je zo zeker bent van je zaak: op de binnenplaats van mijn huis ligt een enorme steen, die nog niet door dertig man kan worden opgetild. Als je die naar de oever van de rivier weet te krijgen, geloof ik je.’ Ze begeven zich dus naar de woning van de schout. De steen is langer, breder en dikker dat Bénézet zelf. Maar na een kort gebed pakt hij hem, zwaait hem op zijn schouder alsof het gewoon een baksteentje is, en draagt hem de poort uit in de richting van de rivier. De inwoners van Avignon zijn verbijsterd. Het eind van het liedje is dat Bénézet officieel de opdracht krijgt de brug te bouwen.
Hij heeft helpers nodig. En richt een broederschap, waarvan de leden zich middels drie kloostergeloften beloven de brug te bouwen, te onderhouden, en de reizigers die erover heen komen, te helpen en te huisvesten. De bouw neemt meerdere jaren in beslag. De constructie zal bestaan uit achttien bogen. Bénézet zal de voltooiing van zijn brug niet meemaken. Hij sterft volkomen uitgeput op 14 april 1184, nog geen negentien jaar oud.
Hij wordt met veel eer begraven. De bisschop had hem het liefst in de kathedraal bijgezet, maar Bénézet had zelf te kennen gegeven begraven te willen onder de Nicolaaskapel op de derde bruggenboog. Onder zijn opvolger wordt de brug opgeleverd, 1188.
In de loop van de tijd heeft de brug veel geleden. In de 14e eeuw werd Avignon toevluchtsoord van pausen en tegenpausen. In 1395 waren het troepen uit Catalonië en Arragon die de stad belegerden. Zij hakten één boog weg van de brug zodat ze onbruikbaar werd. De schade werd pas hersteld in 1418. In 1602 waren intussen al drie bogen weggeslagen door het geweld van het water. Twee andere volgden op 8 mei 1633. In de winter van 1669 op 1670 stortten opnieuw twee bogen in door de krachtige ijsgang op de rivier. Zo is zij ons bekend tot op de dag van vandaag.
Verering & Cultuur
Men zou zich kunnen afvragen of ook de constructie van een brug al reden is tot een heiligverklaring. Maar als we bedenken hoe men de rivier over moest zonder brug. .. Men diende een doorwaadbare plaats te vinden. Bij hoog water was die er niet. Dan legden plaatselijke slimmerikken dikke balken op stenen die in de stroom waren gelegd. Een kronikeur merkt op: het was de bedoeling dat zij de angstige reizigers veilig naar de andere oever zouden helpen, maar zeer dikwijls hielpen ze die reizigers naar de andere wereld.’ Een brug was een weldaad.
De brug van Sint Bénézet werd vereeuwigd in het liedje 'Sur le pont d'Avigon, on y danse: tout en rond'.
Patronaten
Hij is patroon van ingenieurs en bruggenbouwers.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen