×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Eustasius (ook Eustachius, Eustathius of Eustatius) van Luxeuil (ook van Beieren), Bourgondië, Frankrijk; abt; † 629.
Feest 29 maart & 2 april.
We zijn over zijn leven enigszins ingelicht door een tijdgenoot. Kort na de dood van Sint Columbanus († 615; feest 23 november), bezorgt zijn medebroeder Jonas van Bobbio een levensbeschrijving, waarin hij ook herhaaldelijk te spreken komt over Eustasius. Uit die losse opmerkingen werd in de 12e eeuw een eigen levensbeschrijving samengesteld.
Eustasius was afkomstig uit een adellijk Bourgondisch geslacht; hij had zijn vorming genoten bij zijn oom Mietius die bisschop van Langres was. Op een goed moment had hij zich gevoegd bij Sint Columbanus die rond 590 in Bourgondië het beroemde klooster Luxeuil had gesticht. In 612 werd de grote Ierse abt op aanstichten van koningin-moeder Brunhilde door koning Theuderich II († 613) uit Bourgondië verbannen vanwege zijn kritiek op de losse seksuele moraal van de koning; hij weigerde dan ook diens bastaardkinderen te dopen.
Naar het schijnt was het oom Mietius die Eustasius heeft belet zijn leermeester te volgen. Mietius behoorde klaarblijkelijk tot de grote groep Frankische bisschoppen die niet gesteld waren op de vreemde, enigszins fanatieke monnik uit Ierland. De Ierse tonsuur week opzichtig af van de Romeinse: de Ieren schoren het haar tot halverwege het voorhoofd af; op het achterhoofd droegen zij een lange paardenstaart. Bovendien hielden zij een eigen paasdatum aan.
Hoe dan ook, rond 610 begaf Eustasius zich naar het oosten om op Germaans gebied het evangelie te verkondigen. Zo preekte hij onder de Warasken die op dat moment het huidige grensgebied tussen Oost-Frankrijk en Zwitserland bewoonden; vervolgens verbleef hij enige tijd onder de Beieren, en keerde vervolgens naar Luxeuil terug. Van daaruit reisde hij naar Parijs, de toenmalige residentie van de koning. Daar bezocht hij Hegnerich (ook Agnerik genoemd), een aanzienlijk man, en nam o.a. de geestelijke leiding op zich van zijn dochter Fara.
Uit het leven van Burgundofara van Faremoutiers
Vlakbij Parijs bewoonden hij en zijn vrouw Leodegonde kasteel Pipimisium of Pimpsiacus (= Champigny). Zij kregen daar herhaaldelijk bezoek van de grote abt Sint Columbanus († 615; feest 23 november), die onlangs in Bourgondië het beroemde klooster Luxeuil had gesticht. Deze zag in hun jonge dochtertje Fara (of Burgundofara) grote mogelijkheden; op dat moment was zij nog geen tien jaar oud. Hij bracht haar de eerste beginselen van gebed bij en leerde haar Christus te beminnen als bruidegom. Dat was volkomen nieuw in een tijd, dat het grootste deel van de bevolking nog maar nauwelijks van de christelijke godsdienst had gehoord.
Inderdaad bleek Fara van jongs af aan begiftigd met een intiem gebedsleven. De vroegmiddeleeuwse levensbeschrijving van de hand van Jonas van Faremoutiers, illustreert dit alles door te vertellen, dat Columbanus op het kasteel rijp koren aantrof, terwijl het daar helemaal het seizoen niet voor was. Fara besloot haar leven toe te wijden aan haar nieuwe bruidegom. Na Columbanus' verbanning door koningin-moeder Brunhilde van Bourgondië nam zijn opvolger Eustasius († 625; feest 29 maart) zijn rol als geestelijk begeleider over.
Fara wilde zich als maagd aan God toewijden, maar vader verzette zich daartegen. Het kind werd ziek en hield er blindheid aan over. Eustasius wist het licht in haar ogen terug te brengen. Maar dat deed vader niet van gedachten veranderen. Uiteindelijk schonk haar toch een stuk grond waarop zij een kloostertje kon beginnen. Dit zou later uitgroeien tot Faremoutiers. Eustasius zond er twee monniken naartoe om de zaak op poten te zetten: Fara’s broer Chagnoald en Waldebert.
Deze laatste zou in 629 Eustasius opvolgen als derde abt van Luxeuil.
Op dezelfde manier zegende hij bij een bezoek aan een andere adellijke familie het jonge meisje Salaberga († ca 665; feest 22 september), de latere abdis van Laon. Ook van haar wordt verteld dat zij als jong meisje door Eustasius van blindheid werd genezen.
In 614 werd Eustasius door de toenmalige koning Chlotar († 629) naar Columbanus gezonden met het verzoek naar Luxeuil terug te keren. Maar de oude abt had na een lange omzwerving uiteindelijk een klooster gesticht aan de overkant van de Alpen: Bobbio. Daar wenste hij te sterven en kwam dus niet terug. Zo was het Eustasius zelf die zijn leermeester in 615 opvolgde als abt van Luxeuil. Op dat moment telde het klooster zo’n zeshonderd monniken.
Onder zijn leiding kwam het tot nog groter bloei. Het zou een kweekplaats worden van heilige abten en bisschoppen. Vandaar kwamen o.a. Acharius van Noyon († ca 640; feest 27 november); Amandus van Maastricht († ca 675; feest 06 februari); Amatus van Remiremont († ca 630; feest 13 september); Audomarus, bisschop van Thérouanne († 670; feest 09 september); Babolinus van Maur-des-Fossés († 671; feest 26 juni); Bercarius van Moûtier-en-Der († 696; feest 13 oktober); Cagnoald van Laon († 633; 06 september); Déicolus, abt van Lure († ca 625; feest 18 januari); Donatus, de latere bisschop van Besançon († ca 660; feest 07 augustus); Ermenfridus van Cusanne († 670; feest 25 september); Faro, later bisschop van Meaux († ca672; feest 28 oktober); Filibert van Jumièges († 684; feest 20 augustus); Frodobertus van Moûtier-la-Celle († 673; feest 08 januari); Gaubert of Walbertus († ca 670; feest 02 mei); Germanus van Münster-Granfelden († 675; feest 21 februari); Mommolinus van Noyon († 686; feest 16 oktober). Ouen van Rouen († 683; feest 24 augustus); Remaclus, abt van Stavelot (vóór 675; feest 03 september); Romaricus van Remiremont († 653; feest 08 december); Theofridus, abt van Corbie († vóór 662; feest 09 oktober); Valéry van St.-Valéry († ca 622; feest 01 april); Wandregesilus van Fontenelle († 668; feest 22 juli). Zo is het van onschatbare verdienste geweest voor de verspreiding van de christelijke cultuur in West-Europa.
Daarnaast ging Eustasius het gesprek aan met de vijandig gezinde Frankische prelaten. Beroemd is de synode van Macon. Daar kwam het tenslotte tot een compromis: Luxeuil hield de strenge Ierse kloosterregel van Columbanus aan, maar zou zich voortaan voegen naar de Romeinse berekening van de paasdatum; ook andere Romeinse liturgische gebruiken werden overgenomen.
Onder Waldebert zou Luxeuil alsnog de strenge Ierse regel van Columbanus verzachten met elementen uit Benedictus’ kloosterregel.
Verering & Cultuur
In de 13e eeuw werden Eustasius’ relieken grotendeels overgebracht naar klooster Vergaville in Lotharingen. Daar genoot hij tot de Franse Revolutie grote verering. De abdis wist tijdens de Revolutie de relieken in veiligheid te brengen. In 1810 duiken ze op in Flavigny. Sinds 1921 bevinden ze zich in Roville-aux-Chênes. Wat overgebleven was in Luxeuil, is tijdens de Revolutie en een grote brand in 1880 verloren gegaan.
Patronaten
Hij is patroon van blinden (verwijst naar zijn genezingen van Fara en Salaberga). Daarnaast van de velden en het vee. Voorts wordt zijn voorspraak ingeroepen tegen bezetenheid en krankzinnigheid. Dat laatste heeft hij te danken aan een legende. Deze vertelt dat een aantal monniken tegen hem als abt in opstand waren gekomen, omdat ze hem verdachten van ketterij. Vermoedelijk speelt ook daar de controverse tussen de Ierse en de Frankische kerkopvatting een rol. Een van de oproerkraaier verviel tot krankzinnigheid en hing zich op.
Sinds het Tweede Vaticaans Concilie staat zijn gedachtenis niet meer op 29 maart, maar weer op zijn sterfdag: 2 april.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen