×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Eusebia van Hamay osb, bisdom Arras, Zuid-West-Vlaanderen, België; abdis; † 660.
Feest 16 maart.
Eusebia was een dochter van de H. Adalbald. Hij was van Frankische afkomst en noemde zich heer van Douai. Deze was ondanks tegenstand van zijn schoonfamilie gehuwd met de H. Rictrudis. Haar familie had namelijk een haar opgevat tegen de Franken. Een zekere Ubald beschreef in het jaar 907 het leven van Rictrudis. Hij merkt op dat haar huwelijk met Adalbald zeer gelukkig was. Beiden verlangden ernaar hun leven in dienst te stellen van Christus. In die tijd was dat nog een zeldzaamheid. Zij lieten zich op alle belangrijke momenten in het leven bijstaan door de H. Amandus. Ook de heilige Riquier schijnt een huisvriend geweest te zijn. Zij schonken stukken van hun landgoederen weg om er kloosters of kerken te vestigen. Zo droegen zij zorg voor de vestiging van steunpunten voor de christelijke cultuur. Bovendien stelden zij hun kasteeltje open voor armen en misdeelden: die kregen er voedsel en onderdak. Het is niet duidelijk of zij alles bijeen vier of vijf kinderen kregen. Minstens vier van hen zouden later als heilige zouden worden vereerd: een jongen, Maurontus, en drie meisjes: Clotsindis, Eusebia en Adalsindis.
Tijdens een reis werd Adalbald in de buurt van Périgueux vermoord door verwanten van zijn vrouw die nog steeds op hem gebeten waren vanwege zijn huwelijk. Dat was in het jaar 652. Sindsdien werd hij als martelaar vereerd. Daaruit kunnen we in ieder geval afleiden dat hij voor de zijnen een beminnelijk man geweest moet zijn. Of zouden we hieruit ook mogen opmaken dat zijn christelijke levensovertuiging er mede oorzaak van was dat hij zich vijanden maakte? Hoe dan ook, zijn weduwe, Rictrudis, heeft veel verdriet gehad om dit verlies.
Bij de vraag wat haar nu te doen stond, liet zij zich ook nu weer leiden door de raad van Amandus. Het was haar liefste wens zich terug te trekken in een klooster op het moment dat haar zoon zijn plek aan het Frankische hof gevonden zou hebben. Haar keus viel op het klooster van Marchiennes dat zij nog met haar man samen had gesticht en waar de oudste twee dochters haar al waren voorgegaan. Gedurende veertig jaren was zij abdis van het klooster. Juist als in haar gezin was zij voor de kloostergemeenschap een ware moeder. Intussen had haar zoon, Maurontus, op aanraden van de H. Amandus zijn adellijke verloofde en het Frankische hofleven vaarwel gezegd en was een kloostervestiging begonnen op het landgoed van zijn ouders, klooster Mergem in Bruel aan het riviertje de Leie (Lys). Hij was er de eerste abt. Het schijnt dat zijn moeder, Rictrudis, hier aanvankelijk wel enige moeite had. Want hoewel zij zelf en haar dochters hun leven aan God hadden toegewijd, had zij gehoopt dat haar zoon het adellijk geslacht van haar geliefde man zou voortzetten. Nadat de H. Amandus hier had bemiddeld, aanvaardde zij de keuze van haar zoon als Gods wil.
Na haar dood (op 12 mei 688) werd zij opgevolgd door haar oudste dochter Clotsindis. Eusebia werd toevertrouwd aan de zorgen van haar oma, Geertruid, die abdis was in Hamay. Toen de oude vrouw stierf was haar kleindochter pas twaalf jaar oud. Toch volgde zij haar op als abdis: volgens Biervliet in het jaar 655. Maar Gobry weet te vertellen dat zij gestorven zou in het jaar 660 op 23-jarige leeftijd in het jaar 660.
De jongste van de drie, Adalsindis, leidde in datzelfde klooster het leven van een eenvoudige kloosterzuster. Volgens Rictrudis' levensbeschrijver, Ubald, zou zij op jeugdige leeftijd gestorven zijn in het jaar 678. In dat geval ging zij zelfs haar moeder voor in de dood. Meer recente bronnen, die zich baseren op historisch onderzoek, geven echter het jaartal 715 als haar sterfdatum. Uit het feit dat er eigenlijk verder nauwelijks gegevens voorhanden zijn over haar leven, terwijl zij toch als een heilige wordt beschouwd, mogen wij afleiden dat zij in het klooster een heel bescheiden plaats moet hebben ingenomen. Dat was voor een vrouw van adellijke afkomst op zich al bewonderenswaardig. Zij moet haar Heer hebben nagevolgd in zijn verborgen leven van liefde ten dienst van God en de mensen in de naaste omgeving.
Uit bovenstaand verhaal blijkt dat de gegevens elkaar herhaaldelijk tegenspreken. Als sterfdatum wordt enerzijds aangegeven een jeugdige leeftijd, ca 678; anderzijds het jaar 715. In Gobry vinden we beide jaartallen naast elkaar; de eerste in zijn uiteenzetting op p.129; de tweede in het toegevoegde kalendarium (p.526) onder 24 december. Er is niemand die veronderstelt dat het hier om twee verschillende vrouwen handelt met dezelfde naam.
Als zij dezelfde is als de Sainte Eusoye (= Eusebia) die te Ste-Eusoye wordt vereerd, woredt zij daar vereerd als patrones van vrouwen in verwachting.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen