×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Rachel Aartsmoeder, Kanaän; † ca 1700 vóór Christus.
Feest 15 januari [014;104;500] & 11 juli [103;111a;112] & 2 [004;011] & 30 september [003].
Zij was de tweede dochter van Laban, de broer van Rebekka. Rebekka was gehuwd met aartsvader Isaak. Zij hadden een tweeling: Esau, de eerstgeborene en Jakob. Toen Isaak op zijn oude dag blind geworden was, besloot hij het eerstgeboorterecht aan zijn oudste zoon Esau over te dragen. Maar Rebekka was erop gebrand dat niet haar oudste zoon Esau, doch haar lievelingszoon Jakob het eerstgeboorterecht zou krijgen. Op aanstichten van zijn moeder wist Jakob door middel van een valse list zijn blinde vader het eerstgeboorterecht te ontfutselen. Esau was woedend en zon op wraak. Jakob moest vluchten. Rebekka raadde hem aan zijn heil te zoeken bij haar broer Laban in Haran, de plaats waar zijn opa, Abraham, oorspronkelijk vandaan kwam.
De jongen trad als herder in dienst bij zijn oom, en werd verliefd op zijn tweede dochter, Rachel. Oom beloofde hem zijn dochter in ruil voor zeven jaar werk. Maar toen de bruidegom de ochtend na de huwelijksvoltrekking naast zijn vrouw wakker werd, bemerkte hij dat oom Laban hem de gesluierde Lea in handen had gespeeld. Lea was de oudere zus van Rachel; zij loensde en was lelijk. Vader had hem bedrogen, omdat zijn oudste dochter anders nooit meer aan de man dreigde te komen... Voor nogmaals zeven jaar werk kon hij zijn geliefde Rachel krijgen.
Maar Rachel kreeg geen kinderen, terwijl Lea vruchtbaar bleek en Jakob zonen gaf. Nu kon de telkens achtergestelde en getergde Lea haar gram terughalen en er ontstond een grimmige sfeer van naijver tussen de beide vrouwen. Rachel verzocht haar dienster Bilha in haar plaats zonen voor Jakob te baren. Na de geboorte van de kinderen trad zij, Rachel, op als adoptiefmoeder.
Toen Jakob een rijk man geworden was, wilde hij naar huis terugkeren. De zusters vonden elkaar in een plan om aan hun vader te ontvluchten. Daarbij roofden ze zijn dierbare huisgoden mee. Rachel verborg ze onder haar matras. Natuurlijk vermoedde Laban dat de dader gezocht moest worden onder de familie die van hem weggetrokken was. Hij stuurde zijn mannen achter hen aan, maar toen zij in Rachels tent kwamen zoeken, waarschuwde zij dat ze ongesteld was en niet aangeraakt mocht worden. Ieder die dit toch deed, zou immers voor God en voor de mensen even onrein worden als zij...
Nu Jakob uit eigen ervaring wist wat het was om bedrogen te worden, stelde hij alles in het werk om zich met zijn broer Esau te verzoenen. Hij ging wonen in het land van herkomst, Israël. Daar kreeg zijn geliefde Rachel eindelijk toch een zoon Jozef. Hij zou het later brengen tot onderkoning van Egypte. In die functie zou hij zijn volk nog eens van de hongerdood weten te redden. Uiteindelijk kreeg Rachel nog een tweede zoon, Jakobs twaalfde en jongste, Benjamin. Zij stierf in het kraambed en werd begraven in de buurt van Bethlehem in Juda.
[Genesis 27-35]
Tot op de dag van vandaag toont men de reizigers en pelgrims in Bethlehem het graf van Rachel: een gebouw met een koepel. Het stamt uit de tijd van de kruisvaarders (11e t/m/ 13e eeuw).
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen