× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
†  ca 368  Hilarius van Poitiers

Info afb.

Hilarius van Poitiers, Italië; bisschop & kerkvader; † ca 368.

Feest 13 (sterfdag) & 14 & 20 (met alle heilige & zalige bisschoppen van Poitiers) januari & 26 (terugvinding & overbrenging relieken) juni [318p:56].

Geschiedenis
Als zijn geboortejaar geldt 315. Hij was afkomstig uit Poitiers; zijn ouders waren van adel en hielden vast aan de Romeinse godsdienst. Zij stippelden zorgvuldig een politieke carrière voor hun zoon uit. Daartoe arrangeerden zij al tamelijk vroeg voor hem een huwelijk met een passende vrouw. Intussen lieten ze hem de gebruikelijke studies volgen van rhetorica en filosofie. Zo kwam hij in aanraking met de christelijke filosofie met als gevolg, dat hij zich uiteindelijk liet dopen. Dat moet ongeveer geweest zijn in het jaar 345.

In 353 werd hij gekozen tot bisschop van Poitiers. Dat bracht met zich mee dat hij gescheiden ging leven van zijn vrouw.

In die tijd was de bisschop verplicht het celibaat te onderhouden, de priester nog niet, hoewel het hem sterk werd aangeraden.

Om te beginnen verzamelde hij rond zich een groep jonge monniken met de bedoeling er een kloostergemeenschapje van te maken, naar het voorbeeld van het beroemde kloostereiland Lérins, dat op zijn beurt weer terugging op het voorbeeld van de woestijnvaders in Egypte. Eén van de eersten die zich aansloot was een voormalig soldaat, die het leger verlaten had, omdat hij de voorkeur gaf aan de dienst van Christus; Martinus heette hij. Hij was ongeveer even oud als Hilarius en was afkomstig uit Pannonië, het huidige Hongarije. De bisschop onderkende de mogelijkheden van zijn nieuwe leerling. Maar omdat hij bemerkte hoe bescheiden Martinus was, durfde hij hem niet voor te stellen zijn diaken te worden. De verhevenheid van die functie zou hem afschrikken. Hij maakte hem dus tot duiveluitdrijver (exorcist). Dat was een lage functie. Had Martinus dat geweigerd, dan zou dat veeleer getuigd hebben van onbescheidenheid!

Intussen wordt deze tijd gekenmerkt door de strijd tegen de ketterij van het Arianisme.

Omdat Hilarius zich zo fel en succesvol tegen deze ketterij verzette, werd hij door de ariaanse keizer Constantius (343-361) verbannen naar Frygië, een gebied in het noorden van Klein-Azië, het huidige Turkije. Daar maakte hij kennis met de denkwijze die in het Oost-Romeinse Rijk heerste. Hij begreep dat er verschillende woorden werden gebruikt voor dezelfde begrippen, en probeerde de onoverbrugbare standpunten met elkaar te verzoenen in zijn beroemde boek over de Drievuldigheid ('De Trinitate'). Op basis van dit boek werd hij als gast uitgenodigd op de synode van Seleucië, 359, waar honderdvijftig bisschoppen uit het Oost-Romeinse Rijk bijeen kwamen. Hij speelde er een belangrijke rol. Dat leidde tot een kleurrijke legende.

2

Paus Leo was zelf aangetast door het virus van het arianisme.

Uit die periode is overigens geen paus Leo bekend. De eerste bisschop Leo van Rome resideert van 440-46. Wellicht verwart de legende een patriarch uit het oosten met de bisschop van Rome?

Deze wilde Hilarius het zwijgen opleggen, en wees erop dat hij als westerse bisschop onrechtmatig aanwezig was. Het betrof immers een synode van oosterse prelaten! Maar deze boosaardige woordvoerder kreeg plotseling last van zijn darmen; de aandrang werd zo hevig dat hij zich schielijk op de latrine moest terugtrekken. Intussen bood niemand Hilarius een zetel aan. Waarop de heilige man besloot gewoon op de grond plaats te nemen. Maar de grond onder hem kwam in beweging, rees omhoog en tilde zo Hilarius op tot het niveau van de andere bisschoppen.

Dit alles neemt niet weg dat Hilarius ook in de streek van zijn ballingschap het Arianisme fel bestreed. Met als gevolg dat ze hem daar na een verblijf van vijf jaar maar weer liever terugstuurden naar de plek waar hij vandaan kwam: Poitiers. Dat was in 360.

Waarschijnlijk nog in het jaar van zijn terugkeer stichtte hij met behulp van zijn exorcist Martinus het eerste echte klooster van Frankrijk, Ligugé bij Poitiers. Martinus zou er tien jaar verblijven, tot hijzelf geroepen werd om bisschop te worden van Tours. Hij zou uitgroeien tot één van de populairste heiligen die de westerse kerk kent (= Sint Maarten: † 397; feest 11 november).

Ondertussen streed Hilarius op de bisschoppensynodes van Parijs in 361 en Milaan in 364 onvermoeibaar voor een zuivere leer rond de persoon van Jezus in de Kerk.

Hij stierf op 13 januari van het jaar 368, andere bronnen menen 1 november 367.

Verering & Cultuur
Aanvankelijk werd hij begraven tezamen met zijn vrouw en dochter in de Johannes- & Pauluskerk even buiten de muren van Poitiers. Deze kerk werd in 507 door de Vandalen verwoest. Het was Sint Fridolinus van Säckingen († 7e eeuw; feest 6 maart), die de verering van Hilarius nieuw leven inblies. De heilige zou hem in een droom verschenen zijn en de plaats gewezen hebben, waar hij begraven lag. Bovendien gaf hij hem te kennen, dat hij graag herbegraven wilde worden in een nieuwe kerk, die gebouwd moest worden met steun van de Franse koning en de plaatselijke bisschop Adelfius. Alles geschiedde naar zijn wens. Op het moment, dat men zijn sarcofaag opende, kwam er een heerlijke geur uit te voorschijn, vervolgens verhief de dode zich zonder menselijke tussenkomst uit zijn graf - waarschijnlijk werd hij gedragen door onzichtbare engelen, aldus ooggetuigen die zeggen deze wonderlijke gebeurtenis zelf te hebben meegemaakt - en begaf zich naar de rustplaats die voor hem was klaargemaakt.

Sint Fridolinus had iets met doden die uit hun graf opstonden. Later zou hij een dode ten leven wekken, die tegen bedriegers in een rechtszaak moest getuigen.

Tot drie keer toe hebben de Noormannen de kerk, die naar hem was genoemd, platgebrand. De inwoners van de stad wisten zijn relieken uit de puinhopen te redden en brachten ze over naar het plaatsje Puy-en-Velay. Daar zouden ze, geheel vergeten, zevenhonderd jaar blijven. In 1655 werden ze teruggevonden. Op uitdrukkelijk verzoek kreeg het kapittel van de kathedrale kerk in Poitiers, de huidige St-Hilaire-le-Grand, het grootste, door het vuur half verkoolde bot van de reliekschat, een stukje van de linkerarm. Waarschijnlijk vond deze overbrenging plaats op 26 juni. In ieder geval stond deze dag in het bisdom Poitiers te boek als het feest van de terugvinding en overbrenging van Sint Hilarius. Tot op de dag van vandaag wordt de betreffende reliek nog altijd in ere gehouden.

Zijn latere opvolger als bisschop van Poitiers, de heilige Venantius Fortunatus († ca 610; feest 14 december), schreef een levensbeschrijving ('Vita') over hem. Sint Fridolinus deed veel voor de verspreiding van zijn verering. Ook Hilarius' dochter Abra († 360; feest 12 december) is heilig verklaard, evenals zijn leerling Sint Troécie (ook Triaise: † 4e eeuw; feest 16 augustus).

Paus Pius IX († 1878) stelde zijn feestdag vast op 14 januari; hij verleende hem in 1851 ook de eretitel van kerkleraar. Na de liturgische aanpassingen van het Tweede Vaticaans Concilie in 1970 staat zijn feestdag weer op zijn sterfdag: 13 januari.

Patronaten
Hij is patroon van de Franse plaatsen La Rochelle, Luçon en Poitiers.

Zijn voorspraak wordt ingeroepen voor moeders op het moment van de bevalling, voor doodgeboren kinderen, om genezing te verkrijgen van ziekelijke en zwakbegaafde kinderen, vooral van kinderen die moeilijk leren lopen; tegen reumatiek en veeziekten, alsmede tegen slangen en slangenbeten (slangen zijn symbool van duivelse invloeden, heidendom en ketterijen!).

Afgebeeld
Hij wordt afgebeeld als bisschop (mijter, tabberd, staf), vaak in gezelschap van slangen en draken.

Weerspreuk(en)
'Soleil au jour de Saint-Hilaire,
rentre du bois pour ton hiver.'

[Een zonnetje op St-Hilariusdag
haal maar hout voor de winter voor de dag]


Bronnen
[000»jrb; 101; 101a; 102; 109p:35(vig); 111p:28; 115a; 122; 126; 127; 132; 141; 143p:12; 145nr:2; 149/1p:69.70; 170; 183»01.14; 192p:84(†Martinus; 193p:113; ; 194p:195..afb.66; 200/1»01.13;   204p:29; 233p:411; 237; 280p:537; 288»01.13; 293p:15; 296p:293; 300p:251;   314; 318p:34; 353p:325; 373p:40(embleem); 500; Dries van den Akker s.j./2010.02.24]

© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen