×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Diego Lainez sj, Rome, Italië; algemene jezuïetenoverste; † 1565.
Sterfdag 10 januari.
Hij werd in 1502 (of 1512?) in de Castiliaanse plaats Almazan geboren uit een Joodse familie, die overgegaan was tot het christendom. Met zijn vriend Salmerón studeerde hij theologie aan de universiteit van Alcalà. Daar hoorden zij, hoe in Parijs een Bask, Ignatius van Loyola († 1556; feest 31 juli), een nieuwe geestelijke stroming op gang bracht: hij werd afgeschilderd als een soort moderne heilige. Omdat ze er allebei naar verlangden later een geestelijk ambt te vervullen, waren ze nieuwsgierig geworden en hadden ze besloten hun studie aan de universiteit van Parijs voort te zetten. Dan zouden ze in de buurt zijn van Ignatius, en konden ze hem zo vaak ontmoeten als wilden. Als we de verhalen mogen geloven, bevond Ignatius, die hen niet kende, laat staan verwachtte, zich toevallig op de plek, waar zij voor het eerst afstegen. Het werd een kennismaking voor het leven. Zo behoorden zij tot de eerste tien paters, waaruit later de jezuïetenorde zou ontstaan.
In 1534 zijn ze nog pas met zeven. Zij leggen de geloften af van maagdelijkheid om daarmee te symboliseren, dat ze zich met al hun vermogens zouden inzetten om mensen voor Christus te winnen. Dit gebeurde in een kapelletje op de Montmartre, even buiten Parijs. In feite ligt daar het ontstaan van de jezuïetenorde. Zij nemen zich voor naar het Heilige land te gaan. Intussen zijn er nog drie paters bijgekomen. Als het binnen een jaar onmogelijk blijkt het Heilig Land te bereiken, zullen ze zich aanbieden aan de paus. In 1537 gaan ze op weg naar Venetië. Intussen breekt er oorlog met de Turken uit: voorlopig geen mogelijkheid om het Heilig Land te bereiken. Ze verspreiden zich in groepjes van twee of drie, aanvankelijk om in kerken, gasthuizen of in de open lucht priesterlijk werk te doen; later begeven ze zich nadrukkelijk naar de universiteiten. Zo gaat Ignatius, in gezelschap van Lainez en Petrus Faber († 1546; feest 2 augustus) naar Rome. Lainez en Faber worden door paus Paulus III († 1549) aan de onlangs door hem heropende Sapientia-universiteit aangesteld als theologiedocenten.
Intussen wordt het duidelijk dat een reis naar het Heilige Land er definitief niet in zit. De tien gaan zich aanbieden aan de paus. Hij mag hen zenden waarheen het hem het beste lijkt. Tevoren besluiten ze dat ze eerst een onderlinge band zullen aangaan door aan één van hen gehoorzaamheid te beloven. Ignatius wordt aangewezen, maar weigert in de overtuiging dat hij zulk een belangrijke verantwoordelijkheid niet waardig is. Ze stemmen opnieuw: dezelfde uitslag. Ignatius weigert opnieuw. Dan staat Lainez op en spreekt Ignatius ernstig toe. Het is overduidelijk: in de uitslag van de stemming is het God zelf die hem vraagt overste te worden. Er zal een derde stemronde moeten komen. Als hij weer gekozen wordt en zich opnieuw onttrekt aan deze roeping, zal hij, Lainez, de groep verlaten, omdat hij niet wil gehoorzamen aan een ander dan Ignatius, omdat die ander daarvoor immers niet is geroepen! In de derde ronde krijgt Ignatius weer verreweg de meeste stemmen. Hij zwicht en neemt de taak van algemeen overste op zich.
Aanvankelijk is Pater Lainez vooral actief in Rome, Parma, Piacenza en Venetië, eerst als pastor, later als theoloog. Wanneer paus Paulus III in 1546 Ignatius vraagt om ‘gereformeerde priesters’ naar het Concilie van Trente te sturen, behoort Lainez tot de drie paters die daartoe worden aangewezen. Latere pausen zenden Lainez naar de zittingen van het Concilie in de daaropvolgende jaren: Julius III in 1551 en Pius IV in 1562. Naar zeggen van Ignatius zelf is het Lainez geweest die Ignatius het idee heeft ingegeven colleges te beginnen.
Hij zal in 1558 Ignatius opvolgen als Algemeen (= Generaal) Overste van de Orde en sterft op 10 januari 1565. Hij is nooit heilig of zalig verklaard.
Hoewel ik nooit officieel ben heilig verklaard, mag ik toch vandaag op mijn sterfdag, 10 januari 1565, het woord tot u richten. Mijn naam is Diego Lainez. Met Ignatius van Loyola behoor ik tot de zeven oprichters van de jezuïetenorde. Ik ben van Spaanse afkomst en stam uit een bekeerde joodse familie. Dat was voor vader Ignatius geen enkel bezwaar om mij toe te laten. En dat, terwijl de tijdgeest behoorlijk anti-joods was. Luther bijvoorbeeld, en uw eigen Erasmus – zo vaak geroemd om zijn tolerantie – hebben heel lelijke dingen over ons joden gezegd. Vader Ignatius nooit. Integendeel. Hij had graag zelf jood willen zijn, want daarmee had hij dichter bij Jezus gestaan. Na zijn dood werd ik nota bene gekozen tot zijn opvolger als generaal - algemeen overste dus - van de jezuïetenorde.
Als ik het goed zie, zijn het in uw tijd niet alleen de joden, maar met name ook de moslims die gediscrimineerd worden. Doet u daar alstublieft niet aan mee. Ik weet uit eigen ervaring hoe pijnlijk dat is. Beoordeel mensen uitsluitend op hoe ze zich gedragen. En dat dan nog op dezelfde manier zoals u zelf ook beoordeeld zou willen worden. Met liefde, begrip en vergevingsgezindheid.
Ooit kreeg ik van vader Ignatius daarover een brief. Ik wil afsluiten door u een stukje daaruit voor te lezen. Hij schrijft:
"Ik voor mij zou traag zijn in het spreken, bedachtzaam en vol liefde, vooral als het gaat over netelige kwesties. Traag in het spreken, zou ik terdege luisteren, rustig bereid om de gedachten, gevoelens en wensen te leren kennen van degenen die spreken; om beter te antwoorden of te zwijgen. Wanneer over deze of andere onderwerpen gesproken wordt: argumenten geven voor beide kanten. Zo laat je zien niet vooringenomen te zijn door eigen oordeel. Ik zou mijn best doen niemand ontevreden achter te laten. Ik zou me schikken naar iedereen zonder voor iemand al te warm lopen. Het kan zeer helpen, wanneer ik geen rekening houd met tijd, tijdgebrek of haast. Dat wil zeggen: het is niet van belang of het mij gelegen komt, maar of het gelegen komt voor degene met wie ik spreken wil, met de bedoeling die persoon zo te bewegen tot meerdere eer van God."
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen