× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 7e eeuw  Budoc van Dol

Info afb.

Budoc (ook Beuzec, Bodec, Bodeg, Boudacos, Boudi-maglo-s, Bozael, Bozec, Bozeg, Bozel, Budeaux, Budmailus, Budock, Budocus, Budog, Buduc, Buzeuc, Deroch of Judoc) van Dol, Bretagne, Frankrijk; bisschop ; † 7e eeuw.

Feest 18 november (bisdom Léon) & † 8 & 9 december.

Volgens de legende zou zijn moeder, Azenor († 6e eeuw; feest 7 december) bij Brest in een kist in zee geworpen zijn; in die toestand baarde zij Budoc. De aanleiding daartoe verliep als volgt.

Azénor (ook Honora genoemd) werd in 519 geboren als dochter van graaf Even van Lesneven in Bretagne. Zij groeide op in het gebied van Languengar. Zij kreeg een zorgvuldige opvoeding en in haar begon het verlangen te ontwaken om zich geheel aan God te geven en maagd te blijven. Maar haar familie had andere plannen. Omdat zij zo knap was, zwermden allerlei hooggeplaatste kandidaten om haar heen. Zij liet zich tenslotte door haar vader en moeder overhalen tot een huwelijk. Haar keuze viel op de oudste zoon van de graaf van Goëlo en Tréguier. Na een sprookjeshuwelijk vestigden zij zich in het kasteel te Châtelaudren. De twee hielden zielsveel van elkaar en niets leek meer een lang en gelukkig leven in de weg te staan.

De eerste pijn kwam, toen Honora's moeder overleed. De twee gingen naar haar vader om hem bij te staan tijdens en na de begrafenis. Spoedig kreeg hij kennis aan een nieuwe vrouw. Dat was het tweede ongeluk. Want deze vrouw had gezien hoe haar stiefdochter met haar man op haar bruiloft de meeste aandacht hadden gekregen en hoe alle aandacht naar hen was toegegaan. In haar jaloezie schreef zij een brief aan Honora's echtgenoot dat zij over onomstotelijke bewijzen beschikte dat zijn vrouw hem bedroog. Zij wist er zelfs getuigen bij te halen. Haar man bestookte ze met hetzelfde gif. En het deed zijn werk. Er ontstond een circuit van roddel en verdachtmaking en tenslotte eiste Honora's echtgenoot genoegdoening. Verbijsterd hield zij vol dat zij onschuldig was, maar hij geloofde haar niet en liet haar opsluiten in één van de torens van het kasteel. Hij liet aan haar vader weten aan hem de definitieve terechtstelling van zijn dochter over te laten. Als hij daartoe niet genegen was, dan zou dat oorlog betekenen. Hij liet zijn voormalige geliefde in een kar gooien en overladen met schande voor de ogen van iedere voorbijganger naar huis rijden. De één had medelijden met haar, omdat hij niet aan haar schuld geloofde, een ander schudde het hoofd dat achter zulke pracht en praal zoveel lelijks schuil kon gaan. Zij verloor haar waardigheid niet en toonde zich onverschrokken.

Op zijn beurt liet haar vader haar opsluiten in de kerkers van een toren, vanwaar zij kon uitzien over de haven van Brest. Tot op de dag van vandaag staat die toren bekend als 'La Tour d'Azénor'. Haar echtgenoot drong nog eens aan op spoedige afhandeling en genoegdoening, zodat haar vader zich genoodzaakt zag het vonnis over haar te voltrekken. Intussen liet zij weten al vier maanden in verwachting te zijn. Haar tegenstanders vermoedden een valstrik om de zaak op de lange baan te schuiven en eisten een onderzoek door vroedvrouwen. Dezen bevestigden dat zij in verwachting was. De wet verbood het een aanstaande moeder te doden. Maar haar vroegere echtgenoot bleef aandringen en dreigen. Uiteindelijk besloot haar vader haar in een ton te laten opsluiten en op zee te dumpen. Zo gebeurde. Ze werd in haar ton op een boot gebracht en zo'n tien mijl buitengaats overboord gezet. Haar echtgenoot had zijn zin.

In deze benarde situatie, waarin niemand op de wereld nog om haar gaf, beval zij zichzelf en haar kind aan aan de zorgen van God zelf. Die moest toch weten dat zij onschuldig was. Zo gebeurde het dat zij midden op zee haar kind baarde. Na vijf maanden in haar ton op zee rondgezwalkt te hebben, spoelde zij op de zuidkust van Ierland aan, in een zeearm die Aberfraw heette (= 'Mooie Haven') niet ver van klooster Youghall. Een dorpeling uit de buurt zag het geval naar het strand drijven en kwam meteen aanrennen in de hoop dat de zee hem een rijke buit geschonken had. Groot was zijn verbazing, toen hij een zwakke menselijke stem uit die ton om hulp hoorde roepen. Hij ging vader abt halen en deze nam moeder en zoon liefdevol op. Het kind werd niet lang daarna gedoopt en kreeg de naam Budoc of Buzeuc (= 'Uit het water gered', net als Mozes!).

Op jonge leeftijd trad hij toe tot de monniksgemeenschap van het naburige klooster. Na enige tijd werd hij abt. Zijn leidinggevende kwaliteiten drongen ook door tot buiten de muren van zijn klooster. De plaatselijke bevolking kwam hem uit zijn klooster halen, omdat ze hem wilden - zoals oude bronnen zeggen - 'als hun koning en aartsbisschop'. Budoc vermoedde dat het hun eigenlijk alleen maar om materiële welvaart ging en zocht een mogelijkheid om eraan te ontsnappen. Maar de mensen hielden hem nauwlettend in de gaten.

Budoc was gewoon te slapen op een enorme rotssteen. Deze werd in een nacht tijdens zijn slaap opgenomen door de golven en naar Bretagne aan de overkant van de zee gedreven; hij landde in de buurt van de toenmalige havenstad Porspoder. Het was in die tijd slecht gesteld met het geloof. De gelovigen zelf waren in verwarring gebracht door de dwaalleer van Pelagius, en tot overmaat had het land ook te lijden van de invallen der Noormannen, die in die tijd op gang begonnen te komen.

Na een verblijf van één jaar in Porspoder besloot Budoc vandaar weg te gaan. Niet alleen werd hij in zijn gebeden en overwegingen steeds meer gestoord door het voortdurende geruis van de golven die tegen de rotskust beukten, maar het was vooral de toeloop van mensen die hij wilde ontvluchten. Hij laadde zijn steen op een kar, voortgetrokken door twee ossen, en besloot als verblijf te kiezen de plek waar de beesten zouden blijven staan. Reeds na één mijl echter brak de as van zijn kar. Zo komt het dat hij in Plourin zijn kluizenaarsleven leidde en apostolaat uitoefende.

Maar door zijn straffe prediking maakte hij zich ook vijanden. Hij besefte dat sommige van zijn toehoorders hem liever kwijt dan rijk waren en met plannen rondliepen om hem uit de weg te ruimen. Omdat hij hen een moord wilde besparen, besloot hij de plaatselijke bisschop op de hoogte te brengen van zijn plan om van daar weg te gaan. Zo klopte hij aan bij aartsbisschop Magloire van Dol († ca 575; feest 24 oktober). Dat trof, want deze zocht juist naar een geschikte opvolger, omdat hij af wilde treden. Hij wees dus Budoc aan en zorgde ervoor dat de geestelijkheid eenstemmig deze kandidatuur steunde. De benoeming werd bekrachtigd door paus Gregorius († 604; feest 3 september). Hij bleek een krachtig bestuurder en bezield herder voor zijn mensen.

Het jaar van zijn dood blijft onduidelijk. De berichten lopen uiteen van 580 via 588 tot circa 600. Maar in de levensbeschrijving van Sint Rioc († 4e eeuw; feest 12 februari) is er sprake van dat deze heilige in 633 door bisschop Budoc van Dol tot de eer der altaren werd verheven. Terwijl Berre diezelfde heiligverklaring plaatst in het jaar 554...
[BeL.1936;Gby.1991p:420;Lo2.1837p:25]

Verering & Cultuur
Tegen het eind van zijn leven liet hij een van zijn monniken, Illtud geheten, aan zijn ziekbed komen. Hij vertelde hem dat hij indertijd een paar mensen uit Plourin had geëxcommuniceerd. Nu vroeg hij of de monnik na zijn dood zijn rechterarm naar Plourin wilde brengen ten teken dat alle zonden vergeven en vergeten waren. Maar toen Illtud met zijn kostbare last door het plaatsje Brecht bij Vannes kwam, werd hij door de plaatselijke rector onderschept; deze nam de reliek in bezit en zette haar bij in de kerk. Pas toen er eens met de relieken een plechtige ommegang werd gehouden, zag Illtud zijn kans schoon. Terwijl hij net deed alsof hij de relieken wilde kussen, zette hij zijn tanden erin en scheurde de pols en twee vingers af. Deze bracht hij in overeenstemming met de laatste wilsbeschikking van Sint Budoc naar Plourin.

Budoc is patroon van vissers. Daarnaast wordt hij in Bretagne zowel vereerd als patroon van schipbreukelingen als van strandjutters.
Er zijn talloze plaatsnamen in Bretagne die aan hem herinneren.


Bronnen
[Dries van den Akker s.j./2006.05.17]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen