× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca 304  Vitalis van Bologna met Agricola en Valeria

Info afb.

Vitalis van Bologna, Italië; martelaar met Agricola (en diens vrouw Valeria); † ca 304.

Feest 4 november & 3 december

Zij stierven de marteldood tijdens de christenvervolgingen onder keizer Diocletianus (284-305). Hun martelaarsbericht berust op een legende van veel later datum. Volgens dit relaas was Vitalis een slaaf van Agricola. Zijn beulen onderwierpen hem aan allerlei folteringen, zodat geen plek op zijn lichaam ongedeerd bleef. Maar hij verdroeg het allemaal standvastig en gaf biddend zijn geest terug aan God. Onder de indruk van Vitalis' houding bekende ook Agricola zich tot het geloof van zijn slaaf. Prompt werd hij gekruisigd. Alleen de legende weet dat Agricola een vrouw had die Valeria heette, en dat zij haar man volgde in de marteldood omwille van Christus.

Verering & Cultuur
De verering van Vitalis en Agricola begon toen Sint Ambrosius van Milaan († 397; feest 7 december) op de vlucht voor tiran Eugenius in 393 logeerde bij zijn collega Sint Eusebius van Bologna († ca 400; feest 26 september). Op de plaatselijke begraafplaats stootte hij op de lichamen van martelaren uit vroeger tijd. De beide bisschoppen veronderstelden onmiddellijk dat het hier ging om Vitalis en Agricola. Hun verering verspreidde zich snel. In de 5e eeuw verrees er te Rome een basiliek gewijd aan Vitalis; en in de volgende eeuw werd in Ravenna de beroemde San Vitale gebouwd. Ook in Bologna bevindt zich een aan beide heiligen toegewijde kerk uit de 8e-11e eeuw.

In zijn boekje 'De Glorie van de Martelaars' vertelt Gregorius van Tours († 594; feest 17 november) over hun verering:

'Agricola en Vitalis werden omwille van Christus gekruisigd te Bologna, een stad in Italië. Ik heb geen verhaal over hun lijden bij de hand. Maar van betrouwbare mannen weet ik dat hun graven boven de grond zijn geplaatst. Zoals dat gaat komen vele mensen het graf aanraken met hun handen of kussen met hun lippen. Daarom draagt de kerkwacht er zorg voor dat onreine mensen op afstand gehouden worden. Er is al eens een vermetele schurk geweest die de deksel van een der graven oplichtte om er wat as van de heilige resten uit weg te halen. Toen hij zijn hoofd naar binnen stak, werd hij onder de deksel geplet en kon maar nauwelijks door mensen worden bevrijd. Hij verliet de kerk in verwarde toestand, want natuurlijk verdiende hij niet te ontvangen wat hij zo gretig op slinkse manier had proberen te pakken te krijgen. Later kwam hij terug en naderde de graven van de heiligen met meer respect.

Een ander was belastinginner. Maar onderweg verloor hij een tas met geld. Toen hij de stad [Bologna] naderde, bemerkte hij dat hij een geldtas kwijt was. Toen kwam hij knielen bij het graf van de heiligen en smeekte hen onder tranen dat hij door hun macht mocht terugkrijgen wat hij had verloren. Anders zouden hijzelf, zijn vrouw en zijn kinderen als slaven verkocht worden. Op het moment dat hij het kerkhof betrad, liep hem een man tegen het lijf met de tas die hij ergens langs de weg gevonden had. Bij nauwkeurige navraag bleek dat de man de tas gevonden had precies op het moment dat de belasting daar in de kerk bij de martelaren om gebeden had.

Bisschop Namatius († na 462; feest 27 oktober) van Clermont was op zoek naar relieken van deze martelaren om ze bij te zetten in de kerk die hij op dat moment aan het bouwen was. Hij zond daartoe een van zijn priesters naar Bologna. Deze priester vertrok onder de zegen van God en kwam terug met wat Namatius verlangde. Vijf mijl vóór Clermont zocht hij met zijn gezelschap onderdak in een herberg en zond boodschappers naar de bisschop met de vraag wat ze nu verder moesten doen. Bij het aanbreken van de dag bracht de bisschop zijn burgers op de hoogte en haastte zich in grote eerbied op weg met kruisen en kandelaars om de heilige relieken te ontmoeten. Toen de priester hem suggereerde dat hij desgewenst een blik kon werpen op de relieken zelf, reageerde de bisschop: "Voor mij is het mooier deze dingen te geloven dan ze te zien met eigen ogen. Zo staat het immers te lezen in de Heilige Schrift. En ook onze Heer zelf noemt die mensen zalig die Hem niet zien en toch geloven" [Johannes 20,29]. Vanwege het grote geloof van deze bisschop eerde de Heer zijn martelaars met macht. Want toen zij onderweg waren begon de lucht te betrekken en een hevige regenbui brak over hen los. Er viel in één keer zoveel regenwater dat zich langs de weg riviertjes begonnen te vormen. Maar in de directe omgeving van de heilige relieken viel er geen druppel. Toen de mensen voorttrokken, werden ze op eerbiedige afstand door de regen gevolgd, alsof ook zij hulde wilde brengen. De regen verfriste de mensen, maar er viel geen spat op een van de reliekdragers. Toen de bisschop dat zag, was hij verrukt dat de Heer zijn geloof zo beloonde en dat Hij zulke dingen deed om zijn heiligen te eren. Toen de hele geloofsgemeenschap bij elkaar was, verrichtte bisschop Namatius met groot vertoon van plechtigheid en devotie de kerkwijding van de kathedraal die zo'n bijzonder karakter had gekregen door de aanwezigheid van deze relieken.'


Bronnen
[101a; 102; 106; 111p:594; 146p:66; 22/2»11.04; 346p:149; 500; Dries van den Akker s.j./2007.10.23]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen