× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1649  Noël Chanbanel (martelaren van Canada)

Info afb.
Onder: Overweging door Noël

Noël Chabanel sj, Canada; martelaar; † 1649

Feest 19 oktober (met de andere Canadese Martelaren) & † 8 december.

Hij werd geboren op 2 februari 1613 in de Zuid-Franse plaats Saugues. Nog maar net zeventien, trad hij op 9 februari 1630 te Toulouse in bij de jezuïeten. Na zijn priesterwijding gaf hij verscheidene jaren les op het college van Toulouse.
Op 15 augustus 1643 arriveerde hij in Québec. Hij was bestemd voor de Huronenmissie, maar hij kon daar niet heen, omdat de aartsvijanden van de Huronen, de Irokezen, op het oorlogspad waren. Hij gebruikte die tijd om bij pater Jean de Brébeuf († 1649; feest 19 oktober) de taal en de gebruiken van de Huronen te leren. Tezamen met zijn leermeester voegde hij zich bij een Huronen handelsmissie die vanuit Trois-Rivières, waar zij hun bont op de markt hadden gebracht, terugkeerde naar hun thuisgebied. Zij kwamen op 7 september 1644 aan in de jezuïetenstatie van Ste-Marie.

Het leven tussen de Huronen viel pater Chabanel erg tegen. Hoewel hij er naar verlangd had, bleek dat hij de taal maar niet machtig kon worden, dat hun gebruiken hem tegenstonden en dat de ene dag hem al zwaarder viel dan de andere. Zijn overste gaf hem toestemming naar elders te gaan, maar daar wilde hij niet van weten, trouw als hij wilde zijn aan zijn oorspronkelijke roeping. Hij droeg zijn ongemak op als een offer aan de Heer.

In de herfst van 1649 werd hij naar Etarita gezonden, om zich bij pater Charles Garnier († 1649; feest 19 oktober) te voegen die onder de Petun-Indianen werkte. Maar in november berichtten de Huronen dat de Irokezen de oorlog hadden verklaard aan de Petun-Indianen en dat ze al hun nederzettingen nog deze winter zouden platbranden. Hierop gebood pater Garnier zijn zojuist aangekomen assistent onmiddellijk naar Ste-Marie terug te keren. Al was er nog veel te doen, er mocht geen onnodig risico worden gelopen. Pater Chabanel vertrok op 5 december.
Twee dagreizen verder hoorde pater Chabanel midden in de nacht oorlogslawaai: de overwinningskreten van de Irokezen. Hij wist niet dat de missiepost van pater Garnier was overvallen en dat zijn medebroeder het leven had gelaten. Het geluid kwam snel dichterbij. Hij wekte zijn Huroonse medereizigers. Dezen besloten een veilig heenkomen te zoeken in de dichtst bijzijnde missiepost, maar pater Chabanel gaf er de voorkeur aan gehoorzaam te zijn aan zijn overste, en te proberen naar Ste-Marie te komen. Hij bleef alleen achter op de wal van de rivier. Daar werd hij aangetroffen door een Huroon. Deze nam hem zorgzaam op in zijn kano. Maar hij bleek een afgevallen christenindiaan die het op de bagage van de pater had voorzien. Hij sloeg hem het hoofd af en gooide het lijk in het water.

Twee jaar later legde deze man een volledige bekentenis af: hij was er zelfs trots op de wereld te hebben verlost van zo’n gehate christenpriester.
Pater Noël Chabanel werd tezamen met de zeven andere Canadese jezuïetenmartelaren op 21 juni 1925 door paus Pius XI zalig en op 29 juni 1930 heilig verklaard.


Canadese martelaren over 'Wereldmissiedag'
'Bericht van boven' KRO Radio 5 zondag 19 oktober 2008

...speel bestand af...

Vandaag houdt u zich bezig met de betekenis van Wereldmissiedag. In uw tijd hoor je vaak de vraag: 'Waarom missie? Waarom zouden wij die mensen ginds onze waarden en normen opleggen? Laat ze toch gewoon in hun waarde!'. Hoor ik het dan goed? Heeft de boodschap van het evangelie voor u zijn uitzonderlijke waarde verloren? Is het voor u niet duidelijk meer wat Jezus in het evangelie ons is komen brengen?

Die volken in hun waarde laten, zegt u? Sta mij toe iets te vertellen over mijn ervaring. Ik behoor tot de Canadese martelaren. Vandaag is het onze feestdag. Wij waren in de eerste helft van 17e eeuw, uw Gouden Eeuw, lid van de jezuïetenorde. Elk van ons had zich vol vuur en vrijwillig aangeboden om de inlandse bevolking van Nieuw-Frankrijk over God en het evangelie te vertellen. U kent ze als de indianen van Noord-Amerika. Afgezien van de ontberingen die wij ervoor hadden: weet u iets af van de wrede gewoonten die die bevolkingsgroepen hadden, toen wij ze aantroffen? Als een vijandelijke stam werd veroverd, werden vrouwen en kinderen met grimmig genoegen verkracht, vernederd, slaaf gemaakt... De krijgers werden afschuwelijk gemarteld. Want hoe dapperder het slachtoffer bleek, hoe meer zijn geestkracht in jou, de folteraar, overging. Het was een eer om gemarteld te worden. Ook de kinderen mochten daar naar hartelust aan meedoen. Wij hebben daar vol overtuiging Christus gebracht: vergeving, barmhartigheid, naastenliefde, ja desnoods liever zelf de pijn dragen dan geweld doorgeven... Het waren onbekende deugden in die culturen. Ook wij zijn gemarteld, soms op de wreedst denkbare manier. Wij moesten dat zelfs als een eer beschouwen. Onze geestkracht zou onze beulen sterker maken. En, luisteraar - hoe bizar het ook klinkt - van hier uit mogen wij constateren dat dat ook gebeurd is. Er is geen indianenstam meer die leeft zoals wij ze hebben aangetroffen. Ook in hún cultuur zijn christelijke waarde doorgedrongen. Onze geest is inderdaad in hen overgegaan, alleen anders dan zijzelf toen dachten.

Misschien mag ik u een gewetensvraag stellen. En u? Nu u in uw tijd ook wordt geconfronteerd met wrede aanslagen en terreurmethoden? Is er iemand in uw tijd die het antwoord van Jezus laat horen? Zijn er nog die vol vuur over het evangelie kunnen vertellen, en er met hun levenswijze voor instaan? Hoort of ziet u nog medemensen die pleiten voor barmhartigheid, vergevingsgezindheid, naastenliefde? In de politieke discussies of op verjaardagen? Zijn er in uw tijd die op die wrede mensen af durven gaan en hun een heel andere levenswijze voorhouden? Net zoals wij deden in onze tijd?

Misschien zijn er nu onder u, luisteraars, die zullen antwoorden: 'Mooi allemaal, maar denkt u dan echt dat het helpt? Gelooft u echt dat die aanslagplegers daar naar zullen luisteren? Haalt toch allemaal niks uit! Maar bent u dan vergeten hoe het met Jezus zelf is afgelopen? Heeft die dan zoveel succes gezien van zijn optreden? Gedood en door al zijn medestanders in de steek gelaten? Het enige wat restte was het feit dat Hij er zelf in geloofde. En wat dacht u? Dat wij destijds resultaat hebben gezien van onze prediking? Erger nog. Wij meenden onze pas gestichte vestigingen weer te moeten verbranden, toen vijandelijke stammen ons veroverden. Wij wilden niet dat onze heilige voorwerpen in hun goddeloze handen zouden vallen. Wij hebben ons eigen levenswerk moeten vernietigen.

Dus ik vraag het u nogmaals. Waar zijn de gelovigen in uw dagen die vol vuur en overtuiging tegenover terreur, geweld en graaicultuur het antwoord van Jezus plaatsen? Wie praat níet over keihard optreden tegenover asociaal gedrag, maar komt met het evangelie?


Bronnen
[106; 107; 108; 110; 121]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen