× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1621  Robertus Bellarminus

Info afb.

Robertus (ook Roberto) Bellarminus (ook Bellarmino) sj, Rome, Italië; kardinaal & kerkleraar; † 1621.

Feest (voorheen 13 mei &) 17 september

Geschiedenis

Roberto Francesco Romulo werd geboren in het Toscaanse dorp Montepulciano op 4 oktober 1542. Van moeders zijde was hij nog van adel. Zij heette Cynthia en was de zus van kardinaal Cervini die in 1555 tot paus werd gekozen. Deze nam de naam aan van Marcellus II, maar stierf al na drie weken.
Robertus kreeg zijn opleiding aan het jezuïetencollege van zijn stad. Hij bleek geweldig goed in Latijn, wat toen één van de belangrijkste vakken was, omdat dit de omgangstaal was in de kringen van diplomaten, wetenschappers en kerkelijke ambtsdragers. Hij schijnt ook viool gespeeld te hebben.

Zijn vader droomde van een glanzende carrière voor zijn zoon: in gedachten zag hij hem al als rechtsgeleerde aan de universiteit van Padua. Maar Roberto had op het college een ander ideaal opgevat: jezuïet worden. Hij trad in op 21 september 1560. Tijdens de normale studies had hij veel last van hoofdpijn en hij bad God met aandrang dat die toch van hem weggenomen mocht worden; hij beloofde dat hij zijn gezondheid geheel en al in dienst zou stellen van de zuivere theologie.
Zijn gebed werd verhoord. Hij hield zijn belofte, en dat was indertijd een moedige daad. In Europa woedde overal de strijd tussen de Reformatie en de Contra-Reformatie. Robertus zag zijn toekomst in de dienst aan de Rooms Katholieke Kerk. Reeds tijdens zijn studies aan de universiteit van Padua - hij was toen pas 22 jaar oud - besteedde hij zijn vrije tijd aan preken in de kerken. Hij schijnt een aanstekelijk predikant geweest te zijn. Vervolgens werd hij naar de beroemde universiteit van Leuven in Vlaanderen gestuurd. Hier laaiden de discussies tussen die van de nieuwe reformatorische leer en die van de oude Romeinse leer soms hoog op. Hij maakte kennis met Engelse medebroeders die zich voorbereidden op een ondergronds leven als priester in het fanatieke anglicaanse Groot-Brittannië. Daar stond de doodstraf op de uitoefening van de katholieke eredienst. Tussen de bedrijven door werkte hij aan zijn boeken die stuk voor stuk standaardwerken zouden worden. Maar dit alles vergde teveel van zijn gezondheid en hij kreeg de opdracht om thuis te gaan revalideren.

Eenmaal beter werd hij gevraagd les te geven aan het pas opgerichte Romeinse college. Daar kwam zijn levenswerk tot stand: een bespreking van al de nieuwe geloofsleren die in zijn tijd de ronde deden, met daarbij een zorgvuldige analyse en een heldere uiteenzetting in hoeverre,waar en waarom de betreffende leer niet in overeenstemming was met de beproefde leer van de Kerk van Rome. Het bestaat uit vier grote folianten en is een schat aan informatie. Wij, in onze tijd met overal bibliotheken en onderling verbonden computersystemen, kunnen ons niet voorstellen wat het betekend moet hebben om al die gegevens te verzamelen. De oplagen van boeken was niet groot, vaak bestonden ze slechts in handschriften of op met de hand overgeschreven documenten, waar stukken tekst herhaaldelijk op waren doorgekrast of over andere heen geschreven en waar het meestal krioelde van de fouten. Robertus moet een encyclopedische geest gehad hebben, of een helder ordenend verstand.

Toch schuilt in dat alles niet zijn grootste verdienste. Die moeten we veeleer zoeken in zijn eerlijke wetenschappelijke houding en zijn respect voor zijn tegenstanders. Wie wel eens strijdgeschriften heeft gelezen uit die tijd (bv. die tussen Erasmus en Luther, 1524), zal snel ontdekken dat men elkaar haast op elke bladzijde uitschold voor rotte vis of voor 'zwijn uit de stal van Epicurus' en meer van dat soort fraais. Des te meer valt het op dat Robertus zich daartoe nooit verlaagt. Hij geeft de mening van de ander eerlijk en objectief weer, probeert er in te onderscheiden wat waardevol en goed is en wat niet. Tenslotte stelt hij er de leer van de Kerk tegenover, zoals ze te vinden is in de Bijbel en de geschriften van de afgelopen veertien eeuwen. En dat alles met het grootste respect voor zijn opponent. Juist zoals hij het geleerd moet hebben uit de levenswijze en aanbevelingen van de stichter van zijn orde, Ignatius van Loyola († 1556; feest 31 juli), wiens nagedachtenis nog sterk leefde onder de medebroeders te Rome. Net als hij was Robertus een man van gebed, die de mensen voor het aanschijn van zijn Schepper plaatste en ze allemaal zag in het licht van zijn liefde.

In 1599 vraagt de paus hem om kardinaal te worden. Hijzelf wil beslist niet, maar geeft toe als de paus zijn jezuïetenoverste erop wijst hoeveel goed Robertus kan doen als zijn naaste raadgever. Bovendien wordt hij in 1602 ook nog benoemd tot aartsbisschop van de stad Capua bij Napels. In 1605 kwam hij terug naar Rome en kreeg hij een aandeel in de processen tegen Giordano Bruno en Galileo Galilei. Onder uitdrukkelijke goedkeuring van paus Paulus V († 1605) sprak hij uiteindelijk de veroordeling uit over hun leer.
Hoewel zo hoog aan de top van de Kerk, verloopt zijn leven eerder onopvallend. Hij was en bleef een bescheiden mens, waar hij ook toe geroepen werd. Tussen de bedrijven door schreef hij nog een grote en een kleine catechismus die een wijde verspreiding kenden. In de nazomer van het jaar 1621 voelde hij hoe zijn krachten begonnen af te nemen. Tenslotte stierf hij op 17 september van dat jaar. Hij werd begraven in de jezuïetenkerk te Rome die aan Sint Ignatius is toegewijd, de San Ignazio.

Verering & Cultuur
In 1627 begon men te ijveren voor zijn heiligverklaring. Er kwamen nieuwe impulsen in 1675, 1714, 1752 en 1832. Tenslotte werd hij op 13 mei 1923 door paus Pius XI († 1878; feest 7 februari) officieel zalig verklaard. Deze dag zou voorlopig ook zijn feestdag blijven. Op 29 juni 1930 werd hij door dezelfde paus heilig verklaard en op 17 september 1931, de 310e verjaardag van zijn overlijden, werd hij officieel uitgeroepen tot Kerkleraar.
Sinds het Tweede Vaticaans Concilie (1963-1966) dat er voor ijverde om de feesten van de heiligen zoveel mogelijk te vieren op hun sterfdag (= de geboortedag tot het eeuwig leven), is zijn feest geplaatst op 17 september.
In het Engelse taalgebied staat het woord 'bellarmines' voor geprononceerde jukbeenderen begroeid met een zware angstaanjagende baard. Zo schijnt hij er inderdaad te hebben uitgezien; die kenmerken werden scherper aangezet en overdreven door de karikatuurtekenaars van zijn tijd.
Hij is patroon van het christelijk onderricht en van verenigingen en werken die dit onderricht bevorderen.


Bronnen
[000; 000»Ignatius-Loyola:bk:Jesus:73; 000»Religieuzen-sj->Missi:20; 101a»Robert; 102»Robert; 103»Robert; 104»Robert; 105»Robert; 106; 107; 111p:485.487; 121; 122; 124p:128-129; 127; 204p:137; 275; 340»Robert; 500; Dries van den Akker s.j./2007.09.09]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen