× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca 303  Genesius van Arles

Info afb.

Genesius (ook Genès) van Arles (ook de Griffier), Frankrijk; martelaar; † ca 303.

Feest 25 augustus.

Dat er in de 4e eeuw echt een griffier Genesius in Arles omwille van zijn geloof in Christus gemarteld is, schijnt historisch zo goed als zeker te zijn. Hij weigerde een decreet van keizer Diocletianus (284-305) tegen de christenen uit te schrijven en openbaar te maken. Tegelijk bekende hij dat hijzelf ook christen was. Hij vluchtte, werd achterhaald en gedood op last van Maximianus Hercules.

Legende

Sint Genesius wordt door de stad Arles beschouwd als een zoon en vereerd als een vader. In zijn jonge jaren diende hij als soldaat. Daarna legde hij zich ijverig toe op de studies. Hij beoefende met veel succes de zo nuttige kunst die het klaarspeelt om met één haaltje het stemgeluid op papier vast te leggen. De snelheid van de hand weet zelfs de vlotheid van een gesproken tekst bij te houden. Woord voor woord verschijnt in steno: pleidooien van advocaten, verklaringen van getuigen en antwoorden van verdachten. Je zou zelfs kunnen zeggen dat deze kunst op zichzelf al een voorafbeelding of nog beter een voorspelling was van de eeuwige heerlijkheid die hem nu ten deel is gevallen. Hij heeft immers aandachtig geluisterd naar de voorschriften van de Heer zowel door ze zelf met grote nauwkeurigheid neer te schrijven als ook door ze te griffen in zijn hart.
Op een dag was hij in functie als griffier bij de rechter van Arles. Er werd een goddeloos en heiligschennend stuk voorgelezen. De keizers hadden namelijk bepaald dat het in alle provincies moest worden afgekondigd. Het deed pijn aan de oren van de vrome griffier en zijn hand weigerde het in de was te drukken. Maar hij ging nog verder. Hij richtte zich op, wierp zijn aantekenstaten voor de voeten van de rechter en nam voor goed ontslag uit zo'n ellendig beroep. Tegelijkertijd probeerde hij te ontkomen aan de woede van de rechter door steeds van verblijfplaats te wisselen en van de ene stad naar de andere te vluchten. Hiermee was hij in feite gehoorzaam aan het evangelie; dat staat immers toe, nee het schrijft zelfs voor vervolgingen in eerste instantie zoveel mogelijk te ontvluchten.

Zo bijvoorbeeld Lukas 21,21: "Laten dan de mensen in Judea naar de bergen vluchten; die in de stad zijn eruit trekken, en die op het land vertoeven, daar niet binnengaan."

Natuurlijk kwam er snel een bevel tot zijn opsporing en aanhouding. Maar zo gemakkelijk was hij ook weer niet te vinden. Daarom stond erbij dat men hem ter plekke en standrechtelijk ter dood mocht brengen. Dit kwam Genesius ter ore, misschien bij geruchte of misschien door middel van geheime boodschappers die door zijn vrienden waren gestuurd. Hoe dan ook, hij nam zijn voorzorgsmaatregelen en hield zich verborgen. In dit geval paste de geest zich aan aan de zwakheid van het vlees. Maar eens temeer begon hij naar het doopsel te verlangen, dat zou hem kunnen sterken in het geloof. Hij had namelijk het bad van de wedergeboorte en van de Heilige Geest nog niet ontvangen. Door middel van enkele geloofsgenoten liet hij het aan de bisschop vragen. Maar de bisschop aarzelde: het is niet duidelijk of hij bang was onderweg zelf gearresteerd te worden, of dat hij Genesius nog te jong vond om het sacrament te ontvangen. Hoe dit ook zij, hij stelde de bediening ervan uit. Hij liet hem alleen zeggen dat het bloed dat hij eventueel omwille van Jezus Christus zou vergieten, gelijkwaardig was aan de doop waarnaar hij zo verlangde. Ik voor mij meen erin de Goddelijke Voorzienigheid te zien dat de bisschop bezwaren maakte tegen zijn doop. Waarschijnlijk wilde de hemel zonder tussenkomst van menselijke middelen te werk gegaan. Zo bereidde Jezus Christus een dubbele doop voor: in water en in bloed. Duidelijk het beleid van de goddelijke Heiland.
God had zo vrij toegang tot het hart van degene die straks zijn martelaar zou zijn, dat Hij het beslissende moment van de bekroning ook niet langer wilde uitstellen. Hij bepaalde dus dat zijn beulen hem in de gaten kregen en bloedbelust hun zwaarden in de aanslag hielden. Genesius bemerkte dat hij ontdekt was. Hij wierp zich in de Rhône, omdat hij minder bang was voor het geweld van het snelstromende water dan voor het menselijk geweld. Maar het water had ontzag voor de heilige. Het waste alleen zijn zonden weg die hij in het menselijke verkeer mogelijkerwijze had opgelopen. Het werd voor hem een andere Jordaan. Het rivierwater heiligde het lichaam van Genesius en datzelfde lichaam heiligde op zijn beurt het water van de Rhône. Dat bleek ook uit het feit dat hij zelfs niet hoefde te zwemmen om aan de overkant van deze kolkende rivier te komen. Het was dezelfde liefde die Petrus over een meer deed wandelen, die nu Genesius van de ene naar de andere kant stuwde. Elk van beiden is overigens op Jezus Christus afgegaan. Maar de beulen zaten hem op de hielen. Ze bereikten tegelijk met hem de overkant. Daar maakten ze met één houw van het zwaard een eind aan zijn leven.
Het was precies op de plek waarvan God tevoren had bepaald dat daar het bloed van zijn martelaar zou vloeien. Men heeft daar een bidkapelletje opgericht. Gelovigen komen er in lange rijen naar toe om er hun gebeden te doen, zeker als ze zijn dat ze ook verhoord zullen worden.
[Uit R.P.D. Thierry Ruinart 'Les Véritables Actes des Martyrs' Lyon, 1818 tome troisième pp.197-200.]

Verering & Cultuur

Over de plaatsen waar Genesius in het bijzonder werd vereerd, vertelt de kerkhistoricus Gregorius van Tours († va 594) nog twee verhalen. Uit: Gregory of Tours 'Glory ofthe Martyrs' nrs.67-68:

67. Genesius blaakte van geloofsijver; hij beëindigde zijn strijd voor de naam van Christus als martelaar: hij werd onthoofd in de stad Arles. Op de plaats waarvan men zegt dat hij onthoofd is, groeit een moerbeiboom. Deze bewees met de hulp van de martelaar veel weldaden aan zieke mensen. Maar na verloop van tijd hebben zoveel mensen er takken en bast van afgescheurd, dat hij een zieltogend bestaan lijdt. De stronk die ervan rest, levert nog steeds aan degenen die er om hulp komen vragen, dezelfde weldaden.

68. Er ligt een brug over de rivier de Rhône op de plaats waar - naar men zegt - Genesius al zwemmend ontsnapte aan zijn achtervolgers. Deze brug werd gedragen door boten. Eens brak de ankerketting en de brug dreef weg, precies op de feestdag van de heilige. Door de grote toeloop begaven de bootjes het onder het gewicht van de mensen, en dezen kwamen in de rivier terecht. Allen verkeerden in dezelfde doodsnood en men schreeuwde als uit één mond: "Zalige Genesius, red ons door de macht van uw heiligheid. Anders zullen wij allemaal omkomen op de dag waarop wij hier naar toe gekomen zijn om uw feest te vieren." Er stak een wind op en de mensenmassa dreef naar de oever. Iedereen stond verwonderd en geloofde dat men was gered door de macht van de martelaar.
Lombarden en andere vijanden kwamen nogal eens inbreken in de heilige grafkelder. Deze lieden werden getroffen door een ziekte en bezeten van een duivel. Zij takelden zichzelf toe door zichzelf te bijten, maar ze lieten de heilige voorwerpen die ze tevoorschijn haalden, wel altijd liggen: ze namen ze niet mee.
Sommigen weten te vertellen dat er in Arles een vrouw woonde die door haar man van een bepaalde misdaad werd beschuldigd. Hoewel er nog helemaal niets van die misdaad bewezen was, veroordeelde een plaatselijke rechter haar alvast maar tot de verdrinkingsdood. Met touwen werd er een zware steen om haar nek gebonden. Zo werd ze vanaf een boot in de Rhône gegooid. Zij smeekte de heilige martelaar om hulp en riep zijn naam aan met de woorden: "Heilige Genesius, glorierijke martelaar, u hebt deze wateren geheiligd door ze op uw vlucht zwemmend over te steken. Red ook mij, want ik ben onschuldig!" Onmiddellijk daarop kwam ze boven drijven. Bij het zien daarvan namen de mensen haar in de boot en brachten haar levend en wel naar de kerk van de heilige. Noch haar man, noch die rechter hebben hun onderzoek verder voortgezet."
[146nr:67-68]

Verering & Cultuur

Hij is patroon van het Belgische plaatsje Sint-Genesius-Roode. Daarnaast is hij beschermheilige van notarissen, advocaten, griffiers, stenografen, secretarissen en drukkers.
Er is een afbeelding van goudglas bekend (4e eeuw) waarop samen met Lukas een Genesius is afgebeeld. Waarschijnlijk gaat het hier om 'onze' Genesius, gezien het feit dat hij in de vroege kerk in hoog aanzien stond. Immers omwille van hem wordt de stad Arles door de kerkvader Venantius Fortunatus († kort na 600) zelfs 'Stad van Genesius' genoemd.
Volgens de middeleeuwse routebeschrijvingen voor pelgrims naar Santiago de Compostella werd onderweg in Arles o.a. het heiligdom van Sint Genesius aangedaan.


Bronnen
[107;143;146;187;278;500; Dries van den Akker s.j./2007.07.11]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen