× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1240  Jarich van Mariëngaarde

Jarich van Mariëngaarde (ook van Hallum), Friesland, Nederland; abt; † 1240.

Feest 22 & 24 juni.

Toen hij tot abt van het cisterciënzer klooster Mariëngaarde in Friesland werd gekozen, was hij bijna tachtig jaar oud. Hij volgde Sibrand op.

Jarich deed op dat moment dienst als pastoor op het eiland Griend, en was zo lang de mensen zich konden heugen als kanunnik verbonden geweest aan het klooster. Hij stond in hoog aanzien; hij was geleerd, schreef gedichten die volgens zijn tijdgenoten niet onverdienstelijk waren. Er is van hem een korte levensbeschrijving bewaard gebleven. De schrijver ervan merkt op dat men van hem hetzelfde zei als van de grote Latijnse dichter Ovidius: ‘Alles wat hij wilde zeggen, was poëzie.’ Daarover is een aardige anekdote bekend. Toen hij zich eens klaar maakte om te paard op reis te gaan, reikte hij een scholier de spore aan met de vraag die aan zijn schoen vast te maken. De jongen antwoordde: ‘Alleen als u het in dichtvorm zegt.’ Hoewel dat een tamelijk vrijpostige opmerking was, antwoordde Jarich: ‘Ferro cinge pedem, properat Jaricho ad edem’ (‘Doe dat ijzer aan mijn voet, en Jaricho vertrekt met spoed’).

Daarnaast bewonderde men hem om zijn deugdzaam leven. In zijn jonge jaren was hij pastoor geweest in Hallum, waar ook de heilige Frederik nog had gestaan († 1175; feest 3 maart). Hij stond erom bekend dat hij voor het volk preekte in het Fries. Alleen wanneer zijn gehoor bestond uit geestelijken, deed hij het in het Latijn. Hij zou ook enkele theologische werkjes hebben geschreven, waaronder een commentaar op het Oudtestamentische Bijbelboek Hooglied.

Zijn abtsverkiezing vond plaats op het feest van Kruisverheffing, 14 september van het jaar 1238. Anderhalve maand later, op Allerheiligen, werd hij ernstig ziek. Meer dan een jaar werden alle functies die bij het ambt van abt behoren, door de broeders zelf opgevangen. In het voorjaar van 1240 volgde tot zijn grote opluchting en dankbaarheid zijn officiële ontheffing uit zijn functie. Op de vooravond van 24 juni verslechterde zijn gezondheidstoestand onrustbarend. De kroniek vertelt dat hij rond middernacht een dienaar erop uit stuurde om te kijken wat voor weer het was: ‘Helder weer.’ ‘Ga nog eens kijken om te zien waar de wind vandaan komt.’ ‘Uit het zuiden,’ luidde de uitslag. ‘Als het weer zo blijft, ga ik vandaag nog niet dood. Maar slaat het om, dan wel.’ Rond het middaguur sloeg het weer inderdaad om, en te midden van zijn medebroeders is hij in vrede gestorven. Men begroef hem overeenkomstig zijn laatste wens in de kloosterklerk onder de treden naar het altaar.

Intussen was hij opgevolgd door abt Ethelger. Die zou dat ambt vervullen tot 1259.


Bronnen
[E& M.1974p:176; L& M.2001; Dries van den Akker s.j. / 2011.12.01]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen