× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 454  Cunera van Rhenen

Info afb.

Cunera van Rhenen, Nederland; maagd & martelares; † 454.

Feest 12 juni (overbrenging) & 28 oktober.

Volgens de overlevering was Cunera een dochter van koning Aurelius van de Orkney-Eilanden in Schotland. Zij had zich aangesloten bij Sint Ursula en behoorde dus tot haar 11.000 gezellinnen.

Over Ursula en haar elfduizend maagden is veel geschreven. Wat is historisch en wat niet? Het grote aantal martelaressen bijvoorbeeld: historisch?

De geschiedenis weet te vertellen dat tijdens de grote volksverhuizingen Angelen van Brittannië naar Bretagne vluchtten; anderen voeren de Rijn op om bij Keulen in handen te vallen van de oprukkende Hunnen. Dit zou het historisch kader kunnen vormen rond de legende van Sint Ursula. Maar ook over dat historisch kader zijn de geleerden het niet eens. Wel is het zeker dat in de nabijheid van Keulen een enorm grafveld uit de 4e ŕ 5e eeuw is gevonden. Bovendien is er een opschrift bekend uit diezelfde tijd, dat zich thans bevindt tegen de zuidwand van het koor van de Sint-Ursulakerk te Keulen; het vermeldt dat een Keulse burger een kapel liet oprichten op de plaats waar heilige maagden hun bloed vergoten hebben omwille van Christus.

Al deze losse elementen zijn ook weer terug te vinden in de legende van Sint Ursula.

Legende
De legende verhaalt hoe Ursula, een Normandische of Bretonse prinses, ten huwelijk werd gevraagd door een ongelovige Saksische prins, Aetherius. Zij stemde toe op voorwaarde dat hij zich tot Christus zou bekeren, en dat zij met haar vriendinnen eerst een pelgrimstocht naar Rome mocht maken. Aan haar oproep om haar op haar tocht te vergezellen gaven elfduizend maagden gehoor, nog afgezien van de mannen die meegingen om de meisjes te beschermen. Zij togen naar de paus, Cyriacus geheten. Deze was zo onder de indruk van het enthousiasme van de jonge meisjes, dat hij de Heilige Stoel van Petrus er aan gaf en zich aansloot bij Ursula's onderneming. Zijn voorbeeld werd weer gevolgd door talloze anderen. De achterblijvende Romeinse prelaten waren hier zo verbolgen over, dat zij Cyriacus' naam uit alle boeken en kronieken schrapten; nergens mocht hij nog aangetroffen worden. Op die manier wisten ze de schande uit dat er ooit een paus was geweest die omwille van een menigte enthousiaste vrouwen het pausschap had verlaten en verraden!

De aanstaande bruidegom van Ursula werd door een engel gewaarschuwd, dat zij hem nabij Keulen zou ontmoeten. Hetzelfde kreeg zíj over hem te horen. Maar toen de elfduizend maagden en al hun begeleiders te Keulen arriveerden, legerden daar juist de Hunnen. Hun aanvoerder, Attila, begeerde nu de wonderschone Ursula als vrouw. Maar zij weigerde. Om haar tot andere gedachten te brengen, liet hij alle maagden doodschieten. Hij beloofde echter Ursula, dat hij haar leven zou sparen op voorwaarde dat ze met hem in het huwelijk zou treden. Zij was inderdaad beeldschoon. Zij weigerde hardnekkig. Ze had haar woord al aan een ander gegeven. Daarop schoot Attila haar eigenhandig een pijl door de hals. Zij stierf aan haar verwonding.
Dit alles zou zich afgespeeld hebben rond het jaar 453.

De legende vertelt verder, dat Cunera door toedoen van Radbod, koning der Friezen, zou zijn ontsnapt aan het bloedbad bij Keulen. Hij nam haar mee naar zijn zetel te Rhenen en voegde haar bij zijn paleispersoneel. Daar wekte zij de afgunst van Radbod's vrouw, die volgens sommigen Alunda heette. Toen de koning eens met gasten op jacht was, maakte zij van de gelegenheid gebruik, door het meisje met behulp van haar kamenier te doen wurgen met een doek. Ze begroeven haar in de stal. Na terugkomst echter weigerden de paarden die stal binnen te gaan. De koning liet een onderzoek instellen en ontdekte het lijk van Cunera. Radbod was woedend. Van zijn paleis liet hij een grafmonument maken ter ere van Cunera. De koningin pleegde zelfmoord door zich van de Grebbenberg af te storten en haar kamenier kreeg de doodstraf door verbranding.

Verering & Cultuur
Het was Sint Willibrord († 739), die Cunera's gebeente verhief tot de eer der altaren. Dat stond indertijd gelijk met een heiligverklaring. De wurgdoek bleek nog altijd ongeschonden aanwezig te zijn en fungeerde sindsdien als een kostbaar relikwie.

Van haar verering is pas sprake sinds de hoge middeleeuwen. De kerk te Rhenen, die aanvankelijk was toegewijd aan Sint Pieter, werd een Cunerakerk. Een afbeelding van de heilige is te vinden in het westportaal van de Grote of Cunerakerk. Rhenen kent sinds 1392 ook een Cunerabroederschap.

Tijdens de opkomst van de Reformatie werd haar reliekschrijn door Johannes Ludofi meegenomen naar Den Bosch. Bij zijn overlijden bleek hij nog altijd een aantal relieken in zijn bezit te hebben, waaronder de beroemde wurgdoek. Het is een koptisch weefsel uit de 4e of 5e eeuw en bevindt zich tot op de dag van vandaag in het Sint Catherijneconvent te Utrecht. Andere relieken kwamen o.a. terecht in Emmerik, Antwerpen (St.-Andrieskerk), Heeswijk (Norbertijnenabdij, waar op 7 juni een bescheiden Cuneraprocessie werd gehouden), Berlicum, Kaathoven, waar in 1623 een Cunerakapel verrees, en sinds 1648 in Bedaf bij Uden, waar eveneens een Cunerakapel middelpunt was van haar verering. Daarnaast zijn er nog Cunerarelieken in Amerongen (daar was in de late middeleeuwen ook een Cuneraprocessie. In de Ned. Herv.-Kerk - de voormalige parochiekerk van het H. Kruis en St.-Andries - bevinden zich nog altijd wandschilderingen, waarop Ursula en Cunera te zien zijn), Beugen, Engelen, Nibbixwoud en het klooster Koningslust in Helden.

Patronaten
Cunera's voorspraak wordt aangeroepen tegen keelkwalen en blindheid. Daarnaast is zij beschermheilige van het vee, vooral van paarden.

Afgebeeld
Zij wordt afgebeeld als een adellijke vrouw; vaak met wurgdoek om de hals; met de duivel die op haar schouders is neergestreken, alsof hij haar wil laten stikken; met palmtak (martelares); kroon op het hoofd (koningsdochter).


Bronnen
[000»bk:Manning:66; 000»jrb:06.12; 122; 128p:28; 148/2; 153p:139; 156p:26; 200/1:06.12; 201p:17(3e:4); 280p:509; 288; 291; 317p:32(Rhenen); 500;   P.J. Margry & C.M.A. Caspers 'Bedevaartplaatsen in nederland 1 Noord- en Midden-Nederland' Amsterdam, P.J.Meertens-Instituut / Hilversum, Verloren, 1997 ISBN90-6550-566-0 pp:119-120.666-673; Dries van den Akker s.j./1999.09.16]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen