× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1e eeuw  Veronica van Jeruzalem

Info afb.

Veronica (ook Berenice) van Jeruzalem, Palestina; weldoenster & volgelinge van Jezus; † 1e eeuw.

Feest 3 & 4 & 27 februari & 12 juli.

Hoewel we in de evangelieverhalen niets over haar horen, weet de legende te vertellen dat zij tijdens Jezus' kruisweg door de joelende menigte en de agressieve soldaten was heengedrongen en vol medelijden zijn gezicht zou hebben afgeveegd met een doek. Als beloning voor deze moedige liefdesdaad zou de afdruk van zijn gelaat op de doek zijn achtergebleven. Dit feit wordt door katholieken telkens in herinnering gebracht, wanneer zij de 14 staties van de kruisweg bidden. 'Veronica' vormt de zesde statie.
[112]

Legende
Keizer Tiberius was getroffen door de verschrikkelijkste van alle ziektes, de melaatsheid. Meteen waren alle vleiers en gelukszoekers uit zijn omgeving verdwenen. Als een hoopje mens bleef hij achter, als een gewond dier dat elk ogenblik ten prooi kan vallen aan iemand die sterker is dan hij. Niemand kon hem helpen. Dan hoort zijn oude min Faustina van eenvoudige mensen dat er in Palestina een genezer rondloopt, Jezus van Nazareth. Hij geneest zelfs mensen van melaatsheid; 'Ikzelf was er vroeger door besmet, maar hij heeft zijn hand op mijn voorhoofd gelegd en hij heeft mij gemaakt tot wie ik nu ben' aldus een prachtige jonge vrouw die blaakte van schoonheid en levenslust. 'Als Híj niet kan helpen, dan is er geen hoop meer voor onze keizer.'

Daarop reist de oude Faustina naar Jeruzalem om die genezer te vinden.
Op het moment dat zij er aan komt is de stad in rep en roer. Niet alleen is het de tijd vlak voor het joodse paasfeest; dan zijn er toch al bijzonder veel bedevaartgangers in de stad. Maar ook worden juist op dit moment een aantal misdadigers naar de plaats van terechtstelling gevoerd. Ze dragen zelf de dwarsbalk waaraan ze straks gekruisigd zullen worden. Soldaten slaan er op met de zweep als het niet vlug genoeg gaat. Struikelend en bloedend vinden de drie arme drommels moeizaam hun weg door de opdringende massa, die joelt en treitert. Een enkeling wendt zich af.

Faustina heeft de grootst mogelijke moeite om bij het paleis van de Romeinse landvoogd Pontius Pilatus te komen. Als ze daar eindelijk aankomt, krijgt ze te horen dat de zogenaamde genezer juist één van de drie is die straks ter dood zullen worden gebracht. Een charlatan is het, een volksopruier, een vreemde man die zich niet verdedigde tegen de beschuldigingen. Maar - aldus Pontius Pilatus - het is zoals de leiders van dit volk hier zeggen: "Het is beter dat één mens sterft voor het volk. Dan heeft het waarnaar het verlangt. Of Hij schuldig is? Wie zal het zeggen? Wat is waarheid?"

Faustina spuwt op de grond en stort zich in het gewoel. Tenslotte vindt ze een plekje vooraan in de menigte; hier komen ze straks voorbij. Ze heeft geen enkele moeite diegene te herkennen over wie ze intussen al heel wat gehoord heeft. In haar ouderdom weet ze wat mensen allemaal kunnen doormaken; ze ziet zijn gelaat. Een intens gevoel van medelijden doorstroomt haar. Daar gaat haar laatste hoop; de laatste mogelijkheid om de keizer van een verschrikkelijk lot te redden. Tiberius mag dan gehaat zijn bij velen, zij heeft hem gevoed en op haar schoot gehad; hij is zoveel als haar kind. In de rauwe drukte schuiven als in een waas de gezichten van haar Tiberius en deze Jezus over elkaar heen. Ze ontworstelt zich aan het gedrang, en weet zich naar voren te werken; ze grist haar hoofddoek af en dept daarmee het bebloede gezicht van deze man. Heel even - het is alsof de hele wereld één moment ophoudt met bewegen - ziet Hij haar dankbaar aan. Dan wordt Hij weer voortgeslagen; en zij wordt weggetrokken door woeste soldaten.

Pas tegen de avond - als alles voorbij is en haar laatste hoop vervlogen -  ontvouwt ze de doek om deze in het water te wassen. Haar oog valt op het patroon dat bloed en zweet hebben achtergelaten. Het lijkt wel een afdruk van dat gezicht, van dat indrukwekkende, oneindig tedere gezicht. Het ís een afdruk. Als ze er voorzichtig over strijkt, verdwijnt ze niet. Ook voorzichtige aanraking met water deert de afbeelding niet.

Nu is Faustina met de doek op weg naar haar geliefde keizer Tiberius. Zij zal zijn redding zijn. Op het moment dat Faustina hem de doek voorhoudt, ziet de keizer het liefdevolle gelaat. Zij drukt het tegen hem aan... Hij ondergaat het gebaar met eerbied; moet in zijn hart lachen om haar heilige ernst, maar hij wil haar niet teleurstellen. Trouwens, hij kan wel aanvoelen waarom zij zo onder de indruk is van dat gelaat; hijzelf is dat ook. En langzaam, als licht stromend water, voelt hij de genezing over zijn gezicht, zijn hele lichaam stromen.

Nogmaals vraagt hij het gelaat op de doek te mogen zien. Een godgelijk gelaat. Hij prevelt tegen de vrouw die hem met tedere liefde streelt juist zoals ze dat deed toen hij nog een baby was: "Vera eikoon, Veronica; gelaat van de waarheid, het ware gelaat van de verlosser."

Patronaten
Zij is patrones van pastoorsmeiden, wasvrouwen, linnenwevers en linnennaaisters. Haar voorspraak wordt ingeroepen bij ernstig letsel, zware verwondingen, bloedingen en voor een goede dood.


Bronnen
[naar Selma Lagerlöf  'Christuslegenden'. Andere literatuur: 000»jrb; 109p:96; 150p:87»07.12; 178p:84;   193p:233; 201p:vpl; 233p:666; 229; 234p:97.104; Dries van den Akker s.j./2010.04.01]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen