× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1622  Franciscus van Sales

Info afb.
Onder: Overweging door Franciscus

Franciscus van Sales, Annecy, Frankrijk; bisschop, stichter & kerkleraar; † 1622.

Feest 24 & 29 januari (overbrenging van zijn stoffelijk overschot naar Genève) & † 28 december.

Hij werd op 21 augustus 1567 geboren op slot Sales bij Thorens in de Zuid-Franse landstreek Savoye. Hij deed zijn studie theologie, eerst in Parijs, waar hij de grondlegster van de Karmelietessen in Frankrijk, Marie Acarie († 1618; feest 18 april) ontmoette; vervolgens aan de universiteit van Padua. Hij was een warm voorstander van de hervormingen die door het Concilie van Trente werden ingevoerd. Hij had een mild en bescheiden karakter. Sint Vincentius a Paolo († 1660; feest 27 september) schijnt eens gezegd te hebben: "God moet wel heel goed zijn, als je ziet hoe goed zijn dienaar Franciscus al is." Daarnaast bezat Franciscus een grote eruditie. Dat maakte het hem mogelijk vele bekeringen te bewerkstelligen onder de Calvinisten van zijn geboortestreek Savoye.
In 1602 werd hij bisschop van het bij uitstek calvinistische Genève, maar omdat hij niet tot de stad werd toegelaten, resideerde hij in Annecy. Zijn zorg ging uit naar gebed en geestelijk leven en schreef er twee beroemde boeken over: 'Inleiding tot een godvruchtig leven' (Introduction à la Vie dévote) en 'Verhandeling over de liefde van God'.
Tezamen met Sint Jeanne Françoise Frémiot de Chantal († 1641; feest 12 december) stichtte hij de Orde van de Zusters Visitandinnen.
Net als Jezus in het evangelie, keek hij met veel liefde om zich heen, en probeerde overal de diepere betekenis van te peilen. Zo schrijft hij in een brief uit 1615 aan zijn vriendin Jeanne de Chantal:

'Het had flink gesneeuwd; op de binnenplaats lag een laag van wel een voet dik. Jean veegde het in het midden van de binnenplaats een beetje schoon en strooide wat graankorrels voor de duiven. Onmiddellijk kwamen ze naar hun eetgelegenheid en aten ervan met een vrede en eerbied die je versteld zou hebben doen staan. Ik bleef er met plezier naar kijken. Je zult niet geloven hoeveel devotie deze diertjes mij gaven, want ze zeiden geen woord, en degenen die klaar waren met eten vlogen een klein stukje verder om daar op de anderen te wachten. Toen ze zo de helft van de open plek hadden leeggegeten, kwam er een hele zwerm vogels bij, die tot dan toe alleen maar hadden zitten toekijken. De duiven die nog aan het eten waren, gingen opzij en gaven de veel kleinere nieuwkomers alle ruimte. Ze konden aanschuiven zonder dat de duiven hen ook maar één moment lastig vielen.
Ik was onder de indruk van hun liefde. Want de duiven waren zo bang hun kleinere collega's af te schrikken dat ze zich met z'n allen een eindje verderop afzijdig hielden. Maar ook bewonderde ik de nieuwgekomen bedelaars, want ze waren pas op de aalmoes afgekomen, toen ze zagen dat de duiven praktisch klaar waren met eten en nog meer dan genoeg hadden overgelaten. Tot slot krijg ik tranen in de ogen bij de gedachte aan de vriendelijke eenvoud van die duiven en aan het liefdevolle vertrouwen van de kleinere vogeltjes. Ik geloof niet dat een gewone preek mij ooit zó getroffen zou hebben. Dat beeld heeft mij de hele dag een goed gevoel gegeven.'

Een ooggetuige vertelt een soortgelijk verhaal:

'Toen de heilige man eens bij mij logeerde, graasde er bij mij een reebok in mijn boomgaard. Een heer van stand die niet ver bij mij vandaan woonde, was gekomen met in zijn gevolg een heel jachtgezelschap; hij wilde niets liever dan dat zijn honden het dier op zouden jagen. Er kwam heel wat volk op af om naar het schouwspel te kijken. Eerst probeerde de man Gods de hele onderneming te verhinderen. Dat lukte niet. Maar hij weigerde te komen kijken. Bij de eerste klaroenstoot zetten de honden onder luid geblaf de achtervolging in.
Het leek wel of het arme beest voelde waar hij bescherming kon halen, want het vluchtte onmiddellijk naar het venster van de kamer waar de heilige bisschop zich had teruggetrokken. Intussen stootte het angstkreten uit en trapte het met zijn hoeven tegen de muur, alsof het daar zijn veiligheid zocht. Franciscus was tot tranen toe geroerd; hij smeekte om genade, maar het mocht niet baten. Het arme dier lag spoedig daarna op de slachtbank. Toen men het bij hem bracht, wendde hij de blik af en toen het 's avonds aan tafel werd opgediend, wou hij er niet van eten: "Bah", sprak hij "het plezier dat u hebt bij de achtervolging van zo'n arm dier doet mij denken aan het plezier dat de duivels hebben, wanneer ze zielen opjagen om ze tot zonde te brengen en in het verderf te storten.'
Eens hadden de kanunniken van zijn kerk met Pinksteren een installatie gebouwd, waarmee ze het pinkstergebeuren wilden nabootsen. Een wolk zou vanuit de nok van de kerk neerdalen, daaruit zou dan na de consecratie een duif tevoorschijn moeten komen compleet met vurige tongen om de nederdaling van de Heilige Geest over de apostelen na te bootsen. Het apparaat werkte niet helemaal zoals de bedoeling was. Er kwam geen wolk naar beneden en het vuur werkte ook niet. Maar de duif kwam wel tevoorschijn. Verschrikt door de muziek die opklonk en de hoeveelheid mensen die de kerk bevolkten, bleef het dier rondfladderen zonder ergens toevlucht te vinden. Uiteindelijk kon het niet meer van vermoeidheid en streek het neer op het hoofd van de heilige bisschop die aan het altaar stond. De aanwezigen waren diep onder de indruk, temeer, omdat deze duif precies deed wat het moest uitbeelden: het streek neer op degene onder hen die zo vol was van Gods Heilige Geest. Franciscus liet het dier rustig zitten zolang als het wilde: hij schrikte het niet op en bewoog zich verder niet.

Van Franciscus wordt nog vermeld dat hij als bisschop van Genève rust en orde bracht in zijn bisdom.
Hij overleed in het klooster van de zusters van de Visitatie te Lyon, tijdens een vredesmissie voor koning Lodewijk XIII.

Verering & Cultuur
Zijn graf in Annecy werd al snel een bedevaartsoord. Hij werd heilig verklaard in 1665; paus Pius IX (1878) riep hem in 1877 uit tot kerkleraar.
Toen de heilige Johannes 'Don' Bosco († 1888; feest 31 januari) in 1859 zijn religieuze congregatie stichtte die vooral ten doel had kansarme kinderen op te voeden en een ideaal te geven, noemde hij zijn stichting 'Salesianen', naar Franciscus.

Patronaten
Hij is patroon van kanton, stad en bisdom Genève, van Annecy en Chambéry; daarnaast van de Salesianen; van journalisten, schrijvers, uitgevers en sinds 1923 van de katholieke pers.


Franciscus van Sales
'Bericht van boven' (RKK ZinSpelen, Radio 5, zondag 24 januari 2010)

...speel bestand af...

Weet u wat mij bij mijn leven overkwam? Ik ben Franciscus van Sales. Vandaag, 24 januari, is mijn feestdag. Ik was bisschop van de stad Genève, toen Calvijn daar de baas was. Geen sprake van dat een Roomse bisschop in de stad van het Calvinisme kon wonen. Ik had dus mijn kerk een stuk verderop in Annecy. Daar bezwoer ik mijn gelovigen de vriendelijkheid te bewaren. Ook tegenover de soms onverdraagzame volgelingen van Calvijn.

Het was Pinksterfeest. Mijn gelovigen wilden het pinksterwonder uitbeelden. Ze hadden in de kerk een ingewikkelde constructie gebouwd. Een wolk zou vanuit de nok van de kerk neerdalen; daaruit zou dan een duif tevoorschijn moeten komen compleet met vurige tongen om de nederdaling van de Heilige Geest na te bootsen. Het apparaat werkte niet helemaal zoals de bedoeling was. Er kwam geen wolk naar beneden en het vuur werkte ook niet. Maar de duif kwam wel tevoorschijn. Verschrikt door de muziek die opklonk en de mensenmenigte in de kerk bleef het dier rondfladderen. Uiteindelijk streek het neer op míjn hoofd. Ik liet het daar rustig zitten zolang als het wilde: ik schrikte het arme dier niet op en bewoog mij verder niet.

U kunt zich voorstellen hoe ik mij voelde. Maar de mensen in de kerk zagen er een diepzinnig teken in. Op deze manier liet de hemel zien dat op mij in het bijzonder de Heilige Geest rustte, zo riepen de aanwezige gelovigen. Het was een bevestiging van mijn opstelling tegenover de Calvinisten. Ik was in hun ogen op een bijzondere manier door de hemel uitverkoren.

Maar in mijn hart besefte ik: daar heb ik geen levende duif uit de hemel voor nodig. Ik wist zó wel dat de goede God mij een bijzondere roeping had toevertrouwd.

En u, luisteraar? Ik wed dat op uw hoofd nog nooit een duif is neergedaald. En toch mag ook u zich geroepen weten. Ook u bent door de hemel uitverkoren. Maar weet u ook waartoe? Hebt u ooit stilgestaan bij de vraag: Wat hoopt de hemel van mij?


Bronnen
[000»jrb; 000»Balkenende:162; 101a; 106;111p:47; 122; 127; 143p:78.79(2x); 149/1p:174.176.185.189.192; 149/3p:396; 151p:135; 156p:43; 163p:79.176/177; 166p:207; 175p:164; 177p:129.131; 184:1634p:6; 193p:91; 203p:56.91; 204p:142; 233p:356; 240nr85; 270:fo:26; 288; 293p:22; 300p:228; 314; 500; Dries van den Akker s.j./2010.02.28]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen