× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 325  Palaemon van Thebaïs

Info afb.
Onder: Overweging door Paleomon

Palaemon (ook Palamon, Palemon, Palémon) van de Thebaïs; Egypte; abt; † 325.

Feest 11 januari & 11 juni & 12 augustus & 25 oktober & 8 december.

Hij was één van de eersten die zich terugtrok in de woestijn om helemaal alleen voor God te leven. Dat was ten tijde van de christenvervolgingen onder keizer Diocletianus (284-305). Zo werd hij de leermeester van Pachomius de Grote († 347; feest 14 mei), de latere grondlegger en regelgever van de kloostergemeenschappen. In de levensbeschrijving van Sint Pachomius wordt verteld hoe de ontmoeting tussen beiden tot stand kwam en hoe Palaemon met zijn leerling omging.

'De vrome keizer Constantijn († 337; feest 21 mei) slaagde erin met Gods hulp zijn vijand te verslaan. Terstond kondigde hij in heel de wereld een dekreet af om alle opgeroepenen uit de dienst te ontslaan. Eenmaal vrij ging iedereen weer vol vreugde naar huis. Ook de jonge Pachomius trok naar het zuiden, totdat hij Sjeneset bereikte, een verlaten dorp, verschroeid door de grote hitte. [...]. Hij ging er een tempeltje [ergens op de oever van de Nijl] binnen en bad. Gods Geest kwam over hem en sprak: "Strijd en houd hier uw verblijf." Dat beviel hem; hij vestigde zich op die plaats en verzorgde er enige groenten en palmbomen om voedsel te hebben voor zichzelf en voor een of andere arme uit het dorp, en ook voor het geval dat een reiziger op de weg of per boot langs kwam. Hij had inderdaad de gewoonte met een groot aantal om te gaan, zodat velen zelfs hun woonplaats verlieten om in dat dorp te komen wonen, vanwege de manier waarop hij hun moed insprak.'
[Naar 'Het Leven van Sint Pachomius...' (66)]

'Na daar drie jaar verbleven te hebben bemerkte hij, dat hij zeer veel volk rond zich verzameld had, en dat hij er hinder van kreeg. Zij lieten hem inderdaad nooit een ogenblik met rust. Van toen af zocht hij monnik te worden en het leven van een kluizenaar te leiden. Terwijl hij erover nadacht vandaar weg te trekken, hoorde hij spreken van een ouderling-asceet, Palamon geheten. Dit was een groot monnik die buiten het dorp woonde en tot toonbeeld en vader voor velen uit zijn omgeving was geworden. Pachomius stond nu zijn verblijf af aan een andere ouderling-monnik, opdat deze zou zorgen voor de groenten en de palmbomen met het oog op de nood van de armen.
Zelf vertrok hij vandaar en ging aankloppen bij de heilige monnik apa (= 'vader') Palamon († ca 325; feest 11 januari). Deze gluurde door zijn kijkgat en zei kortweg:
"Wat klop je bij mij aan?"
Hij sprak nogal bruusk.

Pachomius antwoordde: "Vader, ik wens, als u het goed vindt, monnik te worden bij u."
Palamon sprak:
"Wat je zoekt is geen kleinigheid; velen zijn reeds gekomen om hetzelfde te doen, maar konden het niet volhouden. Integendeel, beschaamd zijn die weer weggegaan, omdat zij zich geen moeite getroostten voor de deugd. Toch beveelt de Schrift ons dit op vele plaatsen; zij spoort ons aan ons af te matten in vasten, nachtwaken en veel gebed, teneinde onze verlossing te bereiken. Ga dus maar heen, terug naar huis en hou het bij wat je hebt. Zo zul je eervol zijn in Gods oog. Ofwel, onderzoek jezelf heel nauwkeurig om te achterhalen wat je aankunt; kom dan terug; dan zijn wij bereid om in de mate van onze zwakheid je zwoegen te delen totdat je jezelf kent. Hoe dan ook, we gaan je eerst het monniksleven uitleggen; daarna ga je weg om jezelf te onderzoeken, of je al dan niet dit leven aankunt.

Welnu, de regel van het monniksleven die onze voorgangers ons hebben geleerd, is de volgende:
. Te allen tijde waken wij de helft van de nacht - soms zelfs van de avond tot aan de morgen toe -, terwijl we Gods woord reciteren, en met draad, haar of palmboomvezels allerlei handwerk verrichten; zowel om te voorkomen dat de slaap ons lastig valt, als ook om ons het nodige voedsel te verschaffen.
. Wat wij meer hebben dan voor onszelf nodig is, geven wij aan de armen volgens het woord van de Apostel: "Wij moeten altijd de arme gedenken" (Galaten 02,10). Met olie bereide spijzen, wijn en gekookt eten zijn onder ons te enen male onbekend.
. Te allen tijde vasten wij tot de avond, tijdens de zomer elke dag, tijdens de winter om de twee of drie dagen.
. Wat de gebeden betreft is er deze regeling: zestig gebeden overdag en vijftig gedurende de nacht, de schietgebeden niet meegerekend, die we doen om geen leugenaars te zijn, want ons is bevolen "zonder ophouden te bidden" (1 Thessalonicenzen 05,17); en: "dat hij die te lijden heeft, moet bidden" (Jakobus 05,13). Onze Heer Jezus Christus maant ook zijn volgelingen: "Bidt, opdat ge niet in bekoring komt" (Matteus 26,41); het gebed is immers de moeder van alle deugden.
Nu heb ik je de wet van het monniksleven uitgelegd; ga en onderzoek jezelf nauwkeurig. Indien je in staat bent te doen wat ik je geleerd heb, en je je niet laat afschrikken of terugdeinst, dan zullen wij ons mateloos met je verheugen." [...]

Pachomius antwoordde hem:
"Reeds in alles heb ik mijn ziel beproefd; én met Gods hulp én door uw heilige gebeden ben ik vol vertrouwen dat uw hart gerust zal zijn omtrent mij."

De grijsaard antwoordde hem:
"Goed dan."

En terstond ontving hij hem met vreugde en gedurende vele dagen hield hij hem bij zich om te beproeven.
Pachomius was van de avond tot de morgen in gebed verzonken, zei de gebeden en werkte intussen met zijn handen, om te onderzoeken hoeveel slaap hij nodig had en om na te gaan hoe lang hij het kon uithouden zonder onwel te worden. Toen de avond viel, namen zij hun sober maal. De ouderling sprak tot Pachomius:
"Maak het riet nat, het latwerk en ook de vezels, en wel zoveel dat we er genoeg aan hebben om de hele nacht te waken, want op zaterdagnacht waken wij van de avond tot de morgen." (zie ook: handenarbied)
Pachomius deed in alle nederigheid wat zijn vader apa Palamon hem bevolen had. Kort na zonsondergang stonden zij op en, onafgebroken wakend, aanbaden en loofden zij God, zonder hun handwerk te onderbreken. Als de slaap hen overmande, veranderden zij van werk, om de druk van de slaap te verdrijven. Wanneer zij merkten dat de slaap hen toch overmeesterde, stonden zij op, gingen de berg op buiten hun verblijf, en droegen het zand dat daar lag, in korven van de ene plaats naar de andere, aldus hun lichaam afmattend om maar wakker te blijven voor het gebed tot God. Als de ouderling de jongeman van slaap zag omvallen, moedigde hij hem aan en zei:

"Wees waakzaam, Pachomius, om te voorkomen dat de satan je bekoort, want velen zijn gevallen door toe te geven aan de kwellende druk van de slaap."
Toen de ouderling zag, dat Pachomius tot aan het uur van de gebedsdienst weerstand bood, was hij vol blijdschap om zijn gehoorzaamheid en zijn voortgang, en prees er zichzelf gelukkig om wegens zijn heil.'
['Het Leven van Sint Pachomius...' (68/71)]

Na een lang verstorven en heilig leven stierf hij in de armen van zijn liefste leerling en navolger, de H. Pachomius.


Palaimon van Egypte
'Bericht van boven' KRO Radio 5 zondag 11 januari 2009

...speel bestand af...

Wat komt u bij mij aankloppen, luisteraar? U zoekt bij mij wijsheid of advies? Ik zeg u: u hebt bij mij niets te zoeken. Ga naar een ander: ik heb u niets te vertellen. Laat mij met rust. Wat zegt u? Wilt u een geneesmiddel tegen angst voor ongeluk of tegenspoed? Bent u daarom helemaal naar hier gekomen? Diep in de Egyptische woestijn? Waar wij, woestijnmonniken, ons in de eenzaamheid hebben teruggetrokken om God te dienen door tegen de boze geesten in onze persoon te vechten? U komt uit een heel andere wereld. Vraag het aan uw eigen geestelijke leiders. Wat zij zeggen, is voor u immers vaak al onbegrijpelijk genoeg. U komt juist naar mij, omdat u meent dat ik in de eenzaamheid onschatbare wijsheid heb opgedaan? Als ik u vertel wat ik u te zeggen heb, zult u mij voor gek verklaren.

Ik zal u vertellen hoe wij hier leven. Dan ben ik benieuwd of u nog zo nieuwsgierig bent naar mijn antwoord op uw vragen. Ik heb u gewaarschuwd. Welnu dan:

Te allen tijde waken wij de helft van de nacht - soms zelfs van de avond tot aan de morgen toe -, terwijl we Gods woord reciteren, en met draad, haar of palmboomvezels allerlei handwerk verrichten; zowel om te voorkomen dat wij door slaap overmand worden, als ook om in ons schamel levensonderhoud te voorzien.

Wat wij meer hebben dan voor onszelf nodig is, geven wij aan de armen volgens het woord van de apostel Paulus: 'Wij moeten altijd de arme gedenken' (Galaten 02,10). Met olie bereide spijzen, wijn en gekookt eten zijn onder ons te enen male onbekend.

Te allen tijde vasten wij tot de avond, tijdens de zomer elke dag, tijdens de winter om de twee of drie dagen.

Wat de gebeden betreft is er deze regeling: zestig gebeden overdag en vijftig gedurende de nacht, de schietgebeden niet meegerekend. Die doen we om geen leugenaars te zijn, want ons is bevolen 'zonder ophouden te bidden' (1 Thessalonicenzen 05,17); en de apostel Jakobus zegt: 'Dat hij die te lijden heeft, moet bidden' (Jakobus 05,13). Onze Heer Jezus Christus maant ook zijn volgelingen: 'Bidt, opdat ge niet in bekoring komt' (Matteus 26,41); het gebed is immers de moeder van alle deugden.

Waarom wij zulke overdreven doen? Kijk, nu begint u de goede vragen te stellen. Zie het als oefeningen in geloven. Die overdreven dingen herinneren ons eraan dat het definitieve geluk er nog lang niet is. Daar zijn we naar onderweg. We gaan niet voor minder. We wensen ons leven in de tussentijd niet op surrogaat te bouwen. Kijk naar jullie eigen kredietcrisis. Dat wist je toch allang dat menselijke afspraken en verzekeringen onbetrouwbaar zijn. Dat is geen oordeel, maar een nuchtere constatering. Leef daar dan ook niet naar! Leef van geloof, van hoop, van uitzien naar... Daar hebt u mijn antwoord op uw vraag. Bid, en houd u bezig met het enige dat belangrijk is in het leven: God. En doe alles wat daar niets mee te maken heeft, weg. Alles: uw luxe, uw status, uw zogenaamde rechten, uw voze reclames: alle dingen die het leven zo gemakkelijk maken: en vooral doe uw slimme redeneringen weg om onder dit alles uit te komen. Bid en leer God weer een prominente plaats te geven in uw leven. Het beste zou het zijn als u zich inderdaad, net als wij, in de woestijn terugtrok. Want in die wereld waarin u leeft, zijn alle dingen die van Goden geloof afleiden elke dag om u heen. Dat maakt het allemaal nog moeilijker.

Ik heb u gewaarschuwd. U wilde toch weten hoe je de angst voor ongeluk de baas kon worden? Was dan niet hierheen gekomen om het mij te vragen. Ach ja, ik heet Palaimon; in lang vervlogen tijden vierde men op deze dag, 11 januari, mijn gedachtenis. Die is niet voor niets in vergetelheid geraakt. Ik zit er niet mee. Ik sta erom bekend de meeste mensen die mij hier komen bezoeken af te poeieren. Denk eerst nog maar eens na of u wel op mijn advies zit te wachten...


Bronnen
[107/8kol:109; 122; 127; 140; 141; 149/2p:256; Dries van den Akker s.j./2007.12.21]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen